Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Gemeente Zaanstad
1.Het procesverloop
- het vonnis d.d. 22 september 2021 met de daarin genoemde stukken;
- de akte na vonnis zijdens de Gemeente binnengekomen op 10 december 2021 met producties 16 tot en met 19, waarbij de Gemeente haar eis heeft vermeerderd;
- de antwoordakte zijdens Azteq binnengekomen op 18 februari 2022 met productie A.
2.De voorgeschiedenis
De gemeente zal de voor de geplande nieuwbouw van Jordan Carwash benodigde grond, aan Jordan Carwash verkopen tegen een grondprijs ter hoogte van 648,2 voor € 60,-- per m2 en 723 m2 voor € 100,-- per m2 exclusief BTW. Deze grond wordt na het verlenen van de bouwvergunning overgedragen.
3.De vordering
a. Azteq veroordeelt om aan De Gemeente te voldoen de achterstallige huur over de jaren 2013 tot en met 2021, ad totaal € 12.100,92 en te vermeerderen met een bedrag ad € 1.430,90 per jaar waarin Azteq het gehuurde vanaf 1 januari 2022 nog in gebruik heeft (gehad) of nog in gebruik mocht hebben;
b. Azteq veroordeelt om aan De Gemeente te voldoen de wettelijke rente over de achterstallige huurtermijnen, zulks te berekenen vanaf de dag dat een termijn aan De Gemeente verschuldigd is geworden tot aan de dag der algehele voldoening van een zo een termijn;
c. de tussen partijen gesloten huurovereenkomst betreffende de strook grond (circa 177 m2) gelegen naast de [adres], voorheen kadastraal bekend als [aanduiding], thans bekend als [aanduiding] ontbindt, tenzij Azteq binnen een termijn van een maand na betekening van dit vonnis voor betaling van de volledige huurachterstand (inclusief rente en kosten) zorgdraagt,
d. Azteq veroordeelt om het bij haar in gebruik zijnde perceel grond (gelegen naast de [adres], voorheen kadastraal bekend als [aanduiding], thans bekend als [aanduiding]) uiterlijk binnen twee weken nadat de huurovereenkomst door ontbinding is geëindigd met het hare en de haren te verlaten en te ontruimen en ter vrije beschikking aan De Gemeente te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te laten;
e. Azteq veroordeelt in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten en de betekeningskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.Het geschil
5.De beoordeling
in de onderhavige procedureheeft ingediend. Dit betoog faalt evenzeer. De feitelijke basis van een vonnis kan gebrekkig zijn doordat de rechter de inhoud van een akte niet heeft meegenomen die in een andere procedure is ingediend, als die akte nieuwe feiten bevat, die aan de rechter die het vonnis heeft gewezen niet ter kennis konden worden gebracht en die, als hij ze had gekend, onmiskenbaar tot een andere beslissing zouden hebben geleid. In dit geval betreft het echter feiten die zich in een ver verleden hebben afgespeeld (1997 en van 2003 tot en met 2005) en verwijzing naar stukken die Azteq ook reeds lang bekend waren. Indien deze feiten in de rechtbankprocedure al niet ter kennis van de rechter zijn gebracht (de kantonrechter verwijst naar r.o. 4.2 van het vonnis d.d. 22 september 2021) dan had dat ruimschoots gekund. Azteq heeft in de rechtbankprocedure immers op 23 juni 2021 nog een akte genomen, waarbij nieuwe producties in het geding zijn gebracht.
6.De beslissing
tenzijAzteq binnen een termijn van één maand na betekening van dit vonnis haar betalingen hervat en binnen drie maanden voor betaling van de volledige huurachterstand (inclusief rente en kosten) heeft zorggedragen;