In deze zaak heeft Velison Wonen, de verhuurder, een vordering ingesteld tegen [gedaagde], de huurder, wegens huurachterstand en kosten van herstelwerkzaamheden na beëindiging van de huurovereenkomst. De huurovereenkomst eindigde op 14 juli 2020, waarna Velison [gedaagde] heeft aangemaand voor een huurachterstand en kosten voor herstelwerkzaamheden die niet waren uitgevoerd. De huurder heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de huurachterstand slechts uit twee maanden bestond en dat hij de woning schoon en leeg heeft opgeleverd. De kantonrechter heeft de vordering van Velison toegewezen, omdat de huurder niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer en de verhuurder de kosten voor de herstelwerkzaamheden aannemelijk heeft gemaakt. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 6.704,47, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.