Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] ,
2. [passagier sub 2] ,
4. [passagier sub 4] ,
5. [passagier sub 5] ,
6. [passagier sub 6] ,
7. [passagier sub 7] ,
9. [passagier sub 9] ,
[passagier sub 10], pro se en in hoedanigheid van zijn wettelijk vertegenwoordiger voor zijn minderjarige kind
[minderjarige],
Stichting Achmea Rechtsbijstand, gevestigd te Tilburg,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 3.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 april 2016, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 544,50 dan wel € 425,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 10 mei 2016 dan wel vanaf de datum van betekening van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vordering of het gevorderde bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten € 514,25, en voor het overige afwijzen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
6.De beslissing
griffierecht € 223,00;
salaris gemachtigde € 436,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;