In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen LOT – Polish Airlines wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht van Yerevan naar Amsterdam op 12 september 2018. De passagiers vorderden een schadevergoeding van € 800,00 en bijkomende kosten, gebaseerd op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de passagiers niet-ontvankelijk zijn, omdat de vordering na de wettelijke vervaldatum is ingesteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de vervaltermijn van twee jaren, zoals bepaald in artikel 8:1835 BW, van toepassing is. De termijn begon te lopen op 13 september 2018, wat betekent dat de passagiers hun vordering uiterlijk op 12 september 2020 hadden moeten indienen. Aangezien de dagvaarding pas op 18 september 2020 is uitgebracht, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de passagiers niet-ontvankelijk zijn in hun vordering. De proceskosten zijn voor rekening van de passagiers, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.