“UITKERING BIJ OVERNEMING
Artikel 13
1. Wanneer een vennoot ophoudt vennoot te zijn, worden naast de balans en de winst— en verliesrekening, die overeenkomstig het bepaalde in
artikel 8 volgens de tot dat tijdstip bij de vennootschap gebruikelijke
richtlijnen worden opgemaakt, een tweede balans en winst— en verlies
rekening opgemaakt waarop de activa en passiva worden opgevoerd naar
hun werkelijke waarde.
2. Op de in het vorige lid bedoelde tweede balans wordt tevens een bedrag
opgenomen voor de goodwill, indien en voorzover aanwezig.
3. In het voordelig of nadelig verschil dat alsdan zal blijken te
bestaan tussen de waarde waarvoor de activa en passiva worden
opgevoerd op de tweede balans en de boekwaarde daarvan op de ingevolge artikel 8 op te maken balans, zijn de vennoten gerechtigd of gehouden bij te dragen in dezelfde verhouding als waarin zij volgens artikel 10 de winsten genieten respectievelijk verliezen dragen.
4. De vennoot, die van het recht, in het voorgaande artikel genoemd,
gebruik heeft gemaakt, kan verlangen dat op de in dit artikel bedoelde
tweede balans alleen zal worden geherwaardeerd ten aanzien van het
aandeel van de vennoot, die ophield lid van de vennootschap te zijn.
5. De voor de bedoelde tweede balans nodige waarderingen zullen door de vennoten of hun vertegenwoordiger(s) of rechtverkrijgenden in onderling overleg kunnen geschieden.
6. Wanneer zij binnen één maand niet tot overeenstemming kunnen komen
omtrent deze waarderingen, zullen deze geschieden door twee deskundigen door hen in onderling overleg te benoemen. De leden 6 en 7
van artikel 8 zijn van overeenkomstige toepassing, met dit verschil, dat waar in voormelde leden sprake is van een deskundige gelezen dient te worden twee deskundigen.
7. (…)
8. De deskundigen hebben het recht andere deskundigen te raadplegen, indien zij zulks voor een juiste uitvoering van de opdracht wenselijk achten.”