Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 februari 2015, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 17 februari 2015 dan wel vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Minimum Connecting Time’) te München 30 minuten bedraagt. Hij verwijst in dit kader naar de brochure van de luchthaven München (“
MUC offers an unbeatable minimum connecting time of 30 minutes”) en verschillende uitspraken van de rechtbank Noord-Holland. De passagiers stellen dat de in de brochure genoemde MCT van 30 minuten de snelst mogelijke overstaptijd betreft. Omdat de passagiers in dit geval vanuit India reisden en aldus het Schengengebied betraden op het moment dat zij aankwamen in München, dienden zij alvorens te kunnen overstappen door de paspoortcontrole te gaan. De passagiers stellen dan ook dat de MCT tussen vlucht LH765 en vlucht LH2300 geen 30, maar 40 minuten bedroeg. Dit blijkt eveneens uit een overgelegde screenshot uit het systeem “Lennoc” en uit overgelegde informatie afkomstig van “Innovatia”. De vervoerder heeft de juistheid van de screenshot van Lennoc betwist. Hij voert daartoe aan dat Lennoc een zusterorganisatie van EUclaim is. De kantonrechter overweegt dat ondanks dat het voldoende aannemelijk is gemaakt dat Lennoc en EUclaim aan elkaar verwant zijn, dit niet wil zeggen dat de informatie uit het systeem onbetrouwbaar is. De kantonrechter is, al het bovenstaande in overweging nemende, van oordeel dat de passagiers voldoende gemotiveerd hebben onderbouwd dat de minimum overstaptijd te München in dit geval niet 30 maar 40 minuten bedroeg.
Omdat het subsidiair gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de subsidiair gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
6.De beslissing
griffierecht € 223,00;
salaris gemachtigde € 248,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;