ECLI:NL:RBNHO:2022:11851

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 december 2022
Publicatiedatum
2 januari 2023
Zaaknummer
9849938 CV EXPL 22-2611
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake ontruimingskosten in civiele procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 november 2022 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen eiser en gedaagde, waarbij een bedrag van € 3.491,78 aan ontruimingskosten was gevorderd. Na het vonnis heeft de griffie op 15 november 2022 een verzoek ontvangen van de gemachtigde van gedaagde, mr. F.A. Vooren, om de beslissing aan te passen, omdat het toegewezen bedrag voor de ontruimingskosten niet in de beslissing was opgenomen. Gedaagde heeft zich op 7 december 2022 gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter.

De kantonrechter heeft in het herstelvonnis van 14 december 2022 geoordeeld dat er sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis, zoals bedoeld in artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechter heeft vastgesteld dat het vonnis niet expliciet de ontruimingskosten had toegewezen, terwijl dit wel de bedoeling was. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek tot herstel toegewezen en een nieuw randnummer toegevoegd aan het eerdere vonnis, waarin gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de ontruimingskosten, vermeerderd met wettelijke rente.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de aanvulling op het vonnis van 9 november 2022 wordt opgenomen en dat partijen de ontvangen documenten van het eerdere vonnis dienen te retourneren aan de griffie. Dit herstelvonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is gehecht aan het oorspronkelijke vonnis.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9849938 CV EXPL 22-2611
Uitspraakdatum: 14 december 2022
Herstelvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats 1]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: F.A. Vooren (Stichting Bestrijding Woonfraude Hennepteelt)
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats 2]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. P. van den Berg

1.Het procesverloop

Op 9 november 2022 is een vonnis uitgesproken met het hierboven vermelde zaak- en rolnummer (hierna: het vonnis). De griffie heeft op 15 november 2022 een brief ontvangen van mr. Vooren namens [gedaagde]. In deze brief wordt verzocht om de beslissing aan te passen met het toegewezen bedrag voor de ontruimingskosten van € 3.491,78. [gedaagde] heeft bij e-mail van 7 december 2022 bericht dat hij zich refereert aan het oordeel van de kantonrechter.

2.De beoordeling

2.1.
In artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering is bepaald dat de rechter te allen tijde op verzoek van een partij zijn uitspraak aanvult indien hij heeft verzuimd te beslissen over een onderdeel van het gevorderde of verzochte.
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat in het vonnis is verzuimd te beslissen op het door [eiser] in zijn brief van 15 november 2022 aangegeven onderdeel van de vordering. In het vonnis onder 6.10. heeft de kantonrechter overwogen dat de ontruimingskosten als gevorderd toewijsbaar zijn. Dat toewijzing van deze vordering niet in de beslissing staat vermeld is een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. De kantonrechter zal het verzoek tot herstel dan ook toewijzen als hierna in de beslissing vermeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
voegt na randnummer 7.2. van het op 9 november 2022 tussen [eiser] en [gedaagde] gewezen vonnis een nieuw randnummer 7.3. in waar staat:
‘veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van de ontruimingskosten van € 3.491,78, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 maart 2022 tot aan de dag van de gehele betaling,’,
3.2.
vernummert de randnummers 7.3. tot en met 7.7. van het op 9 november 2022 tussen [eiser] en [gedaagde] gewezen vonnis tot de randnummers 7.4. tot en met 7.8.,
3.3.
bepaalt dat deze aanvulling onder de vermelding van de datum van 14 december 2022 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 9 november 2022,
3.4.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 9 november 2022 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en is gehecht aan het vonnis van 9 november 2022, waarin deze aanvulling als ingelast en overgenomen wordt beschouwd. Het aangevulde vonnis is opnieuw uitgesproken ter openbare terechtzitting van bovenvermelde datum in aanwezigheid van de griffier.