Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[eisers]
1.[gedaagden]
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 24 oktober 2022. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
2.De feiten
Tussen [G] en [B c.s.] is daarna een depotovereenkomst gesloten. In deze overeenkomst zijn partijen overeengekomen om de koopprijs, na aflossing van de verplichting aan Nationale Nederlanden, bij de notaris in depot te houden. Het bedrag in depot bedraagt € 225.286,17.
3.Het geschil
4.De beoordeling van dit geschil
geheledepotbedrag aan [B c.s.] zou toekomen en niet de helft (alleen het deel van de heer [G] daarin).
dochters[G] nadrukkelijk in overweging om ter voorkoming van nog veel meer tijd en kosten te proberen om in
hun onderlinge zaakdeze kwestie in der minne te regelen.
5.De beslissing
7 december 2022, voor het nemen van:
- een akte aan de zijde van [G] , zoals hiervoor onder 4.6 en 4.7 omschreven