In deze zaak heeft AirHelp Limited, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., een luchtvaartmaatschappij gevestigd in Ankara, Turkije, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vordering is gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. De passagier had een vervoersovereenkomst met de vervoerder voor een vlucht van Amsterdam naar Abuja via Istanbul, maar miste zijn aansluitende vlucht door een vertraging van de eerste vlucht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vertraging van de vlucht TK1952, die 44 minuten duurde, niet als 'langdurig' kan worden gekwalificeerd. Echter, de vertraging leidde ertoe dat de passagier zijn aansluitende vlucht miste en pas een dag later op zijn eindbestemming aankwam. De vervoerder voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk door de luchtverkeersleiding opgelegde restricties. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de vervoerder niet verantwoordelijk was voor de vertraging van de vlucht zelf, de vervoerder niet voldoende rekening had gehouden met de risico's van vertraging bij de planning van de vlucht.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van AirHelp afgewezen, omdat de vervoerder alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen. De proceskosten werden toegewezen aan AirHelp, die ongelijk kreeg in deze procedure. Het vonnis is uitgesproken op 2 februari 2022 door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.