ECLI:NL:RBNHO:2022:1188

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 februari 2022
Publicatiedatum
14 februari 2022
Zaaknummer
8658413 \ CV EXPL 20-6116
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatievordering luchtvaartvertraging en rechtsgeldigheid van cessie

In deze zaak heeft AirHelp Limited, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Ankara, Turkije, wegens compensatie voor vertraging van een vlucht. De vordering is ingesteld op 8 juli 2020, naar aanleiding van een vertraging op 26 juni 2019, waarbij passagiers hun aansluitende vlucht hebben gemist. AirHelp heeft de vermeende vorderingsrechten van de passagiers gecedeerd gekregen en vordert een bedrag van € 1.200,00, vermeerderd met rente en kosten, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004.

De vervoerder heeft verweer gevoerd en een tegenvordering ingesteld, waarbij hij stelt dat AirHelp rauwelijks heeft gedagvaard zonder de benodigde documentatie te overleggen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de vordering van AirHelp beoordeeld. De kantonrechter oordeelt dat de handtekeningen op het 'assignment form' niet overeenkomen met die op de identiteitsbewijzen van de passagiers, waardoor niet is komen vast te staan dat de vorderingsrechten rechtsgeldig zijn gecedeerd aan AirHelp. Hierdoor is AirHelp niet-ontvankelijk in haar vordering.

De kantonrechter heeft ook de tegenvordering van de vervoerder beoordeeld, maar deze afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van AirHelp, terwijl de proceskosten in de tegenvordering aan de kant van de passagiers op nihil zijn begroot. De beslissing is genomen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8658413 \ CV EXPL 20-6116
Uitspraakdatum: 2 februari 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht, Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara, Turkije, mede kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. Bulut-Yazir

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 8 juli 2020 vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingesteld.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[passagier 1] en [passagier 2] (hierna: de passagiers) hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam Schiphol Airport via Istanbul Havalimani Airport (Turkije) naar Indira Gandhi International Airport Delhi (India) op 26 juni 2019, hierna: de vlucht.
2.2.
Het eerste deel van de vlucht is vertraagd uitgevoerd, waarna de passagiers hun aansluitende vlucht hebben gemist en met meer dan drie uur vertraging op de eindbestemming zijn aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben hun vermeende vorderingsrecht gecedeerd aan Airhelp.
2.4.
Airhelp heeft compensatie gevorderd in verband met de voornoemde vertraging.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 180,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder voert aan dat Airhelp op 22 juli 2019 middels een e-mail een brief, genaamd ‘Letter Before Action’, heeft verzonden aan de vervoerder waarin compensatie is gevorderd. Nadere documentatie ontbrak. Als reactie op deze ‘Letter Before Action’ heeft de vervoerder op 6 augustus 2019 laten weten dat hij aanvullende documentatie nodig heeft om het verzoek tot compensatie te kunnen beoordelen. Hierna is niets meer van Airhelp vernomen tot de dagvaarding. Ook bij de dagvaarding heeft Airhelp geen paspoortkopie van de passagiers overgelegd. Airhelp heeft de vervoerder rauwelijks gedagvaard terwijl de vervoerder nog in afwachting was van ontbrekende documenten. Na een jaar is de vervoerder gedagvaard zonder een aankondiging en zonder in de gelegenheid te zijn gesteld om de vordering te beoordelen. De vervoerder dient eerst te kunnen beoordelen of de vordering betrekking heeft op de genoemde passagiers. De procedure is dan ook onnodig aanhangig gemaakt. Onvolledige documentatie en het doorzetten van de procedure dient voor rekening en risico van Airhelp te komen.
4.2.
De vervoerder vordert bij wijze van tegenvordering bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om Airhelp en/of haar gemachtigde te veroordelen tot betaling aan de vervoerder van een bedrag van € 1.000,00 exclusief btw dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag en veroordeling van Airhelp en/of haar gemachtigde in de proceskosten. De vervoerder voert daartoe aan dat hij materiële schade heeft geleden, omdat hij in vele zaken, door de gemachtigde van Airhelp, rauwelijks is gedagvaard.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
De vordering
5.2.
De vervoerder betoogt dat hij op grond van de betreffende vlieggegevens kan vaststellen dat de betreffende passagiers vorderingsgerechtigd zijn. De vervoerder dient echter, aan de hand van de opgevraagde documentatie, te verifiëren of de vordering is ingesteld door de passagiers en of de passagiers nog over het gepretendeerde vorderingsrecht beschikken. De passagier heeft nagelaten documentatie hiertoe te verstrekken, aldus de vervoerder.
5.3.
De kantonrechter dient ambtshalve te onderzoeken of Airhelp in zijn verzoek kan worden ontvangen. De kantonrechter overweegt dat Airhelp bij dagvaarding tweemaal een ‘assignment form’ met handtekening alsmede een kopie van de e-tickets van de passagiers heeft overgelegd. Bij repliek heeft Airhelp een kopie van de identiteitsbewijzen van de passagiers bijgevoegd. De vervoerder heeft de juistheid van de handtekeningen op het ‘assignment form’ bij dupliek betwist. Volgens de vervoerder komen de handtekeningen op de paspoorten niet overeen met de handtekening van de passagiers op het ‘assignment form’. De kantonrechter is het met de vervoerder eens dat de handtekeningen op de akte van cessie te veel afwijken van de handtekeningen op de identiteitsbewijzen van de passagiers. De kantonrechter is van oordeel dat onvoldoende vast is komen te staan dat de passagiers hun vermeende vorderingsrecht rechtsgeldig aan Airhelp hebben gecedeerd. Airhelp is dan ook niet-ontvankelijk in haar vordering.
5.4.
De proceskosten komen voor rekening Airhelp, omdat deze niet-ontvankelijk is in haar vordering
De tegenvordering
5.5.
De vervoerder voert aan hij materiele schade heeft geleden doordat hij als gevolg van de werkwijze van de gemachtigde, te weten het rauwelijks dagvaarden zonder de benodigde documentatie te overleggen in vele zaken, juridische bijstand heeft moeten inwinnen. Airhelp en/of zijn gemachtigde hebben niet schriftelijk gereageerd in de zaak van de tegenvordering, doch zal de kantonrechter, mede gelet op de ongelukkige wijze van procederen door beide partijen, zowel de schriftelijke reactie van Airhelp (conclusie van repliek) als de schriftelijke reactie van de vervoerder (conclusie van dupliek) meewegen bij de beoordeling van de tegenvordering.
5.6.
Vaststaat dat Airhelp namens de passagiers de vervoerder slechts bij e-mail van 22 juli 2019 heeft aangemaand om tot betaling over te gaan. Als niet, althans onvoldoende weersproken staat vast dat de procedure voorkomen had kunnen worden indien de vervoerder alle benodigde documentatie voor datum dagvaarding had ontvangen. De vervoerder heeft daarbij gemotiveerd weersproken dat deze documentatie reeds bij e-mail van 29 juli 2019 is overlegd.
5.7.
Airhelp stelt hiertegenover dat de vervoerder het, in strijd met de Verordening, onnodig lastig maakt voor passagiers om compensatie te verkrijgen. Uit het betoog van Airhelp begrijpt de kantonrechter dat zij na het verzenden van haar eerste en enige e-mail, tot dagvaarden zijn overgegaan, omdat het uploaden van vier documenten (waarvan zij er al reeds één had gestuurd), te weten een kopie paspoort, een volmacht, het e-ticketnummer en een officiële brief waarmee de vordering wordt ingesteld, onbegonnen werk zou zijn.
5.8.
De kantonrechter overweegt als volgt. Het betreffen vier documenten die voor de onderhavige gerechtelijke procedure noodzakelijk zijn. Niet gebleken is dat het uploaden van deze documenten dusdanig veel inspanning vereist dat dit niet van een professionele gemachtigde kan worden verwacht dan wel dat de vervoerder dit onmogelijk heeft gemaakt. Naar het oordeel van de kantonrechter is er dan ook gelet op deze proceshouding, waarbij de (gemachtigde van de) Airhelp op geen enkele wijze heeft getracht om eerst op een minnelijke wijze tot beëindiging van het geschil te komen, sprake van rauwelijks dagvaarden.
5.9.
De kantonrechter overweegt dat, hoewel er sprake is van rauwelijks dagvaarden, de juridische kosten besloten liggen in het reeds toegewezen liquidatietarief. De tegenvordering wordt dan ook afgewezen. De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder. Gelet op de samenhang met de zaak van de vordering en het feit dat de passagiers niet hebben gereageerd in de zaak van de tegenvordering, zullen de proceskosten in de tegenvordering aan de kant van de passagiers worden begroot op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter:
Vordering
6.1.
verklaart Airhelp niet-ontvankelijk in haar vordering;
6.2.
veroordeelt Airhelp in de proceskosten, die aan de kant van de vervoerder worden begroot op een bedrag van € 374,00 aan salaris gemachtigde, en verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Tegenvordering
6.4.
wijst de tegenvordering af;
6.5.
veroordeelt de vervoerder in de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Airhelp begroot op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter