In deze zaak heeft AirHelp Limited, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Ankara, Turkije, wegens compensatie voor vertraging van een vlucht. De vordering is ingesteld op 8 juli 2020, naar aanleiding van een vertraging op 26 juni 2019, waarbij passagiers hun aansluitende vlucht hebben gemist. AirHelp heeft de vermeende vorderingsrechten van de passagiers gecedeerd gekregen en vordert een bedrag van € 1.200,00, vermeerderd met rente en kosten, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004.
De vervoerder heeft verweer gevoerd en een tegenvordering ingesteld, waarbij hij stelt dat AirHelp rauwelijks heeft gedagvaard zonder de benodigde documentatie te overleggen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de vordering van AirHelp beoordeeld. De kantonrechter oordeelt dat de handtekeningen op het 'assignment form' niet overeenkomen met die op de identiteitsbewijzen van de passagiers, waardoor niet is komen vast te staan dat de vorderingsrechten rechtsgeldig zijn gecedeerd aan AirHelp. Hierdoor is AirHelp niet-ontvankelijk in haar vordering.
De kantonrechter heeft ook de tegenvordering van de vervoerder beoordeeld, maar deze afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van AirHelp, terwijl de proceskosten in de tegenvordering aan de kant van de passagiers op nihil zijn begroot. De beslissing is genomen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.