Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser] ,
[eiseres],
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 maart 2022 met producties 1-14;
- de conclusie van antwoord met producties 1-3;
- het tussenvonnis van 8 juni 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het bericht van 3 november 2022 van de zijde van [eisers] met producties 1-3;
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 14 november 2022, waar zijn verschenen [eisers] , vergezeld van mr. Van Lingen voornoemd, en [gedaagde] , vergezeld van mr. De Wijs voornoemd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mr. Van Lingen en mr. De Wijs hebben gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die zij ter zitting aan de rechtbank hebben overgelegd en die daarmee onderdeel zijn geworden van de processtukken.
2.De feiten
Is de grond voor zover bekend verontreinigd?
ONDERTEKENING
(…)1.2 Statusinformatie
(…) Uitgaande van deze analyseresultaten kan worden geconcludeerd dat het gehele terrein binnen de onderzoeksgrenzen sterk verontreinigd is met zink en/of PAK’s en sanering van de bovengrond een noodzaak is. (…)”
Op 25 november 1994 ontvingen wij van u het “Vervolg bodemonderzoek [adres] te [plaats] ”.
(…)
(…) Evenmin is het verkoper bekend dat het registergoed enige verontreiniging bevat die ten nadele strekt van voormeld gebruik of die heeft geleid of zou kunnen leiden tot een verplichting tot schoning van het registergoed, danwel het nemen van andere maatregelen, zijnde de koper bekend met de rapportage van H. Wijman B.V. zoals in de koopakte vermeld.(…)”.
(…)Beantwoording onderzoeksvragen
- Zijn er sterke verontreinigingen op locatie aanwezig?Uit het onderzoek blijkt dat de grond sterk verontreinigd is.
- Is de locatie gesaneerd?Tijdens onderzoek in 1994 werden in de bovengrond nog sterke verontreinigingen met zink en PAK gemeten. Tijdens onderhavig onderzoek zijn in de bovengrond ten hoogste licht verhoogde gehalten aan zink en/of PAK gemeten. Op basis hiervan bestaat het vermoeden dat een bodemsanering heeft plaatsgevonden. De sanering heeft de verontreinigingen echter niet volledig verwijderd.
- Zijn er risico’s voor de volksgezondheid te verwachten?In onderhavig rapport is een uitgebreide beschouwing van de risico’s voor de volksgezondheid opgenomen. Het betreft een beschouwing omdat deze gebaseerd is op een verkennend bodemonderzoek c.q. de verontreinigingen nog niet volledig in beeld zijn. Op basis hiervan worden geen risico’s voor de volksgezondheid verwacht wel extra aandacht moet zijn in het geval van een moestuin. (…)”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
dwaling?
Allereerst heeft [gedaagde] onjuiste inlichtingen aan [eisers] verstrekt door vraag 9e van de NVM-vragenlijst, zoals onder rechtsoverweging 2.2 geciteerd, met ‘nee’ te beantwoorden. Daarbij komt dat [gedaagde] ter zitting heeft verklaard dat zij kennis heeft genomen van de laatste alinea van de NVM-vragenlijst, onder rechtsoverweging 2.2 geciteerd, en dat zij alle aan haar bekende feiten heeft vermeld in die lijst. Onjuist is ook de mededeling van [gedaagde] in de koopovereenkomst onder artikel 6.4.1 dat zij als verkoper er niet mee bekend was dat het perceel verontreiniging bevatte. De ‘tenzij’-clausule van artikel 6:228, eerste lid, aanhef en onder a BW gaat in dit geval niet op, nu [gedaagde] er niet vanuit mocht gaan dat [eisers] de overeenkomst ook zonder deze inlichtingen zou willen sluiten.
Daarnaast wist of behoorde [gedaagde] te weten dat zij [eisers] had moeten inlichten over de uitkomsten van het rapport van Wijman uit 1994, de werkzaamheden die [gedaagde] als gevolg van dat rapport in 1995 heeft laten uitvoeren en het contact dat zij eind 2008 heeft gehad met Grondslag.
5.De beslissing
18 januari 2023voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over het aangekondigde deskundigenbericht, als bedoeld in de rechtsoverwegingen 4.10 en volgende,