Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] ,
2. [passagier sub 2] ,
3. [passagier sub 3] ,
4. [passagier sub 4] ,
5. [passagier sub 5] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 2.771,45, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag te rekenen vanaf 7 dagen na de annulering, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 402,14 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- de nakosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
no cure no pay’-overeenkomst. Nu de vordering wordt toegewezen, is de kantonrechter dan ook van oordeel dat de passagiers wel degelijk buitengerechtelijke kosten hebben gemaakt. Omdat het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
6.De beslissing
griffierecht € 236,00;
salaris gemachtigde € 436,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;