In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning die was verleend voor het hobbymatig gebruiken van een bedrijfsverzamelgebouw in de gemeente Schagen. Het college van burgemeester en wethouders had op 17 juli 2019 een omgevingsvergunning verleend aan een derde-partij voor het gebruik van het gebouw in strijd met het bestemmingsplan. Eisers, bewoners van nabijgelegen woningen, hebben hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld, omdat zij vreesden voor geluidsoverlast en een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de verleende omgevingsvergunning in stand blijft. De rechtbank oordeelde dat de extra voorschriften die aan de vergunning waren verbonden, voldoende duidelijk waren en dat de geluidseisen die in de akoestische rapporten waren vastgesteld, werden nageleefd. De rechtbank heeft daarbij de relevante wet- en regelgeving in acht genomen, waaronder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Witte Paal". De rechtbank concludeerde dat de hobbymatige activiteiten, ondanks de bezwaren van eisers, niet in strijd waren met de geldende regelgeving en dat de belangen van de eisers niet zwaarder wogen dan de belangen van de derde-partij.
De uitspraak benadrukt de afweging die gemaakt moet worden tussen de belangen van omwonenden en de mogelijkheden voor ondernemers om hun activiteiten uit te voeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geluidseisen die aan de vergunning zijn verbonden, voldoende zijn om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te waarborgen, en dat de vergunningverlening in overeenstemming is met de geldende wet- en regelgeving.