ECLI:NL:RBNHO:2022:12384

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
10142059 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van boete wegens onleesbaar kenteken door Bull-bar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen omdat het kenteken van zijn voertuig niet goed leesbaar was door een Bull-bar die aan de voorkant van het voertuig was gemonteerd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld om de boete te matigen tot de helft, omdat de Bull-bar niet op een andere plaats bevestigd kon worden. De kantonrechter heeft dit voorstel gevolgd en de boete gematigd tot € 75,00.

De procedure begon toen de betrokkene in beroep ging tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 2 december 2022 zijn zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, namelijk het rijden met een niet goed leesbaar kenteken, was gepleegd. De kantonrechter oordeelde dat het kenteken onder alle omstandigheden goed zichtbaar moet zijn en dat de aanwezigheid van de Bull-bar dit zicht belemmerde.

De kantonrechter heeft het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie gewijzigd en de proceskostenvergoeding toegewezen aan de betrokkene, die in totaal € 1.164,75 bedraagt. De uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10142059 \ WM VERZ 22-890
CJIB-nummer : 245240955
Uitspraakdatum : 8 december 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Appjection B.V. (M. Lagas)

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 2 december 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. De gemachtigde en betrokkene zijn ook verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder van een voertuig rijden, terwijl het kenteken niet goed leesbaar is.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB onder meer het volgende in:
“(…) Gedragingsgegevens: Ik, verbalisant zag dat de kentekenplaat aan de voorzijde gedeeltelijk achter een Bull-bar aan de voorzijde was gemonteerd. Het gevolg hiervan was dat het onderste gedeelte van de Bull-bar voor de kentekenplaat was gemonteerd en het zicht hierop gedeeltelijk ontnam. Ik heb op een afstand van 20 meter zicht gepakt en een van de bijgevoegde foto’s toont dat de kentekenplaat op 20 meter afstand niet goed zichtbaar is. Indien een dergelijke Bull-bar wordt aangebracht dient de kentekenplat ten allen tijde duidelijk zichtbaar te zijn aangebracht(…)”
Uitgangspunt is dat onder alle omstandigheden een onbelemmerd zicht dient te zijn op de kentekenplaat en dat het kenteken (volledig) zichtbaar dient te zijn. Nu het zicht op het kenteken deels wordt belemmerd door de aanwezigheid een Bull-bar, is de kantonrechter van oordeel dat het kenteken niet behoorlijk zichtbaar aanwezig is op of aan het motorrijtuig. Aldus is naar het oordeel van de kantonrechter komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
De eis dat het kenteken goed leesbaar moet zijn en dat de kentekenplaten niet mogen zijn afgeschermd, is één van de permanente voertuigeisen genoemd in hoofdstuk 5 van de Regeling als voormeld. Het rijden met een voertuig dat niet aan de permanente eisen voldoet brengt een risico voor de bestuurder/eigenaar/houder met zich mee dat zich in beginsel niet leent voor disculpatie. De omstandigheid dat de betrokkene hier nooit eerder op is aangesproken, de tol en ferrypoorten open gaan op basis van het afgelezen kenteken van het voertuig, alsmede de omstandigheid dat het voertuig al jarenlang bij de Algemene Periodieke Keuring (APK) goedgekeurd wordt, leidt niet tot een andere conclusie. De APK is een momentopname, met name gericht op milieu- en veiligheidseisen, waarbij niet alle voertuigvoorschriften worden beoordeeld, en ontslaat de betrokkene daarom niet van de verplichtingen met betrekking tot de permanente voertuigeisen. Het verweer faalt.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld om de boete te matigen tot de helft, omdat de Bull-bar niet op een andere plaats bevestigd kan worden aan het voertuig. De kantonrechter volgt dit voorstel en zal de boete matigen tot de helft. Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
Het verzoek om een proceskostenvergoeding wordt toegewezen, omdat betrokkene deels gelijk krijgt. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht zullen die kosten worden vastgesteld op een bedrag van in totaal € 1.164,75. Daarbij is voor de procedure bij de officier van justitie een proceskostenvergoeding bepaald van € 405,75 (1,5 punten voor het beroepschrift en de hoorzitting, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 541,00) en voor de procedure bij de kantonrechter een proceskostenvergoeding van € 759,00 (2 punten voor het beroepschrift en de zitting, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 759,00).

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 75,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.164,75 en wijst de Staat aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
‒ bepaalt dat het voornoemd bedrag aan de gemachtigde van betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: