Uitspraak
1.De procedure
- de akte van [eiseres] van 20 oktober 2022
2.De feiten
‘Heel graag verneem ik van je hoe je tot het einde van je dienstverband zou willen invullen.We waren druk bezig met het opbouwen van jouw werkuren. Wil je dat ik je beter meld? Of wil je ziek uit dienst? Je gaf aan je verlof te willen opnemen en dat je een berekening hebt gemaakt? Ik zou heel graag willen weten hoe je dit zou willen indelen.’Daarop heeft [eiseres] de volgende dag gereageerd:
‘Op het rooster zag ik dat ik er al helemaal vanaf gehaald ben. Ik denk daarom ook dat het beter is mij weer ziek te melden en dan ook ziek uit dienst te gaan.’Verder hebben partijen gemaild over het afmelden van de dochter van [eiseres] .
‘Ook was je heel stellig in het opnemen van verlof vandaar dat ik dit zo heb aangepast. Ik zal je 100% ziekmelden. Je zal dan ook ziek uit dienst gaan.’
‘De klachten zijn deels werkgerelateerd en hangen daarin samen met de werkdruk. Daarnaast zijn er ook problemen met verlofaanvragen. Werkgever en werkneemster geadviseerd met elkaar in gesprek te gaan over de werkdruk en het verlof. Daarna nam haar belastbaarheid toe en is zij half september gestart met 2 dagdelen in de week werken. Dat heeft zij in de loop van oktober en november uitgebreid. Vanaf 29-11-21 de werkzaamheden gestopt door tijdelijke afname van haar belastbaarheid na negatieve beoordeling en bericht dat haar contract per 31-12-21 niet verlengd wordt. Volledige arbeidsgeschiktheid is rond 1 januari 2022 te verwachten.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘ [eiseres](kantonrechter: [eiseres] )
geeft aan het niet eens te zijn met deze uitkomst en geeft aan haar verlof op te willen nemen tot het eind van het jaar, [dochter] zal ook niet meer naar de opvang komen’. Op het beoordelingsformulier staat ook de handtekening van [eiseres] . [eiseres] betwist echter dat de handgeschreven tekst al op het formulier stond, toen zij het formulier ondertekende. Of dat zo was, kan naar het oordeel van de kantonrechter in het midden blijven, gelet op het e-mailcontact tussen partijen. Uit het e-mailcontact van 25 tot en met 29 november 2021 volgt namelijk dat er nog geen concrete afspraak was gemaakt over het opnemen van verlofuren – ook voor ’t Schaapie was het blijkbaar nog onduidelijk – én dat [eiseres] (weer) volledig was ziekgemeld. Ook volgt uit het advies van de bedrijfsarts niet dat [eiseres] na 25 althans 29 november 2021 in staat was om (voor ’t Schaapie) te werken. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat er (nog) geen afspraak was gemaakt over het opnemen van verlof tijdens de resterende duur van het dienstverband. De ingehouden verlofuren moeten dus in beginsel worden uitbetaald.