Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Colink B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele procedure heeft Colink B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betreft een bedrag van € 7.784,94, dat voortvloeit uit negen periode-facturen die Colink aan de gedaagde heeft verzonden. De gedaagde heeft een deel van het bedrag, € 7.217,12, voldaan, maar heeft de rest niet betaald. Colink heeft de gedaagde meerdere keren om specificatie van de hoofdsom verzocht, maar deze specificatie werd pas bij dagvaarding verstrekt. De kantonrechter heeft op 21 december 2022 uitspraak gedaan. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de hoofdsom van € 6.074,54 niet langer betwistte, waardoor dit deel van de vordering werd toegewezen. De kantonrechter oordeelde echter dat de proceskosten voor rekening van Colink kwamen, omdat de gedaagde niet tijdig de gevraagde specificatie had ontvangen, wat had geleid tot de procedure. De buitengerechtelijke incassokosten van € 907,92 werden wel toegewezen, omdat deze kosten in redelijkheid waren gemaakt. De kantonrechter wees ook de wettelijke handelsrente toe over de toe te wijzen bedragen, met inachtneming van een betalingstermijn van 30 dagen, zoals blijkt uit de overeenkomst tussen partijen.