Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij het voertuig van betrokkene met twee wielen op de weg stond, wat potentieel gevaar of hinder voor het verkeer kon veroorzaken. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat uit de beschikbare stukken, waaronder de verklaring van de verbalisant en een foto van de situatie, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging had plaatsgevonden. De rechter benadrukte dat het niet relevant was of het voertuig hinderlijk of gevaarlijk geparkeerd stond, maar dat het van belang was of het voertuig hinder of gevaar kon veroorzaken. De kantonrechter oordeelde dat dit in dit geval wel het geval was, en verklaarde het beroep ongegrond. Betrokkene had ook aangevoerd dat anderen zich schuldig maakten aan dezelfde gedraging, maar de kantonrechter merkte op dat dit niet relevant was voor de beoordeling van de zaak.
De uitspraak van de kantonrechter houdt in dat de boete terecht is opgelegd en dat betrokkene zich voor verdere oplossingen tot de gemeente moet wenden. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.