ECLI:NL:RBNHO:2022:12561

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
10097651 \ WM VERZ 22-1022
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een boete opgelegd aan een dierenarts voor stilstaan op het trottoir in verband met een spoedgeval

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, uitspraak gedaan op 2 december 2022 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan een dierenarts. De dierenarts had een boete gekregen voor het stilstaan op het trottoir, wat in strijd is met de verkeersvoorschriften. De dierenarts heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 22 november 2022 heeft de gemachtigde van de dierenarts, N.R. Langeveld van Appjection B.V., aangevoerd dat de omstandigheden van het geval aanleiding geven om de boete te matigen. De dierenarts stelde dat zij was opgeroepen voor een spoedgeval en dat er geen parkeerplaatsen beschikbaar waren, waardoor zij haar auto gedeeltelijk op de stoep moest parkeren.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden. Echter, de rechter heeft ook rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden van de dierenarts, die in een noodsituatie verkeerde. Gelet op deze omstandigheden heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot de helft, waardoor het bedrag op € 50,00 kwam, met handhaving van de administratiekosten van € 9,00. Daarnaast heeft de rechter de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de dierenarts, die in totaal € 1.164,75 bedragen.

De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en biedt inzicht in de afwegingen die de rechter maakt bij het beoordelen van administratieve sancties in het licht van bijzondere omstandigheden. De uitspraak kan worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na toezending.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10097651 \ WM VERZ 22-1022
CJIB-nummer : 244439427
Uitspraakdatum : 2 december 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : N.R. Langeveld, Appjection B.V. te Amsterdam.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 22 november 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
Gemachtigde stelt ter zitting aanvullend dat de zaak echt ziet op de omstandigheden van het geval en verzoekt om gelet op de algehele omstandigheden de boete te matigen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene betwist de gedraging dan ook niet, maar doet een beroep op overmacht vanwege de omstandigheden van het geval. Betrokkene is dierenarts en stelt dat zij was opgeroepen voor een spoedgeval. Aangezien haar medicijnen en materialen zich in haar auto bevinden is deze nodig op korte afstand. Er waren in de omgeving geen parkeerplaatsen vrij, zodat betrokkene er voor heeft gekozen haar auto bij het betreffende huis gedeeltelijk op de stoep te parkeren.
De kantonrechter ziet gelet op de betrokkene aangevoerde omstandigheden in dit geval wel aanleiding om de boete te matigen. De boete zal worden gematigd tot de helft.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
Het verzoek om een proceskostenvergoeding wordt toegewezen, omdat betrokkene gedeeltelijk gelijk krijgt. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht zullen die kosten worden vastgesteld op een bedrag van in totaal € 1.164,75. Daarbij is voor de procedure bij de officier van justitie een proceskostenvergoeding bepaald van € 405,75 (1,5 punten voor het beroepschrift en de hoorzitting, wegingsfactor 0.5, waarde per punt € 541,00) en voor de procedure bij de kantonrechter een proceskostenvergoeding van € 759,00 (2 punten voor het beroepschrift en de zitting, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 759,00).

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten ad € 9,00);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 1.164,75 en wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
‒ bepaalt dat voormeld bedrag aan de gemachtigde van betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: