ECLI:NL:RBNHO:2022:1386

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
18 februari 2022
Zaaknummer
8938799 \ CV EXPL 20-10744
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de Nederlandse rechter in een luchtvaartzaak met betrekking tot een vervoersovereenkomst

In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in Nederland, een vordering ingesteld tegen Turkish Airlines, een luchtvaartmaatschappij met statutaire zetel in Turkije, naar aanleiding van een niet uitgevoerde vlucht. De vervoersovereenkomst was gesloten voor een reis van Zaventem (België) via Istanboel (Turkije) naar Isfahan (Iran). Eiseres had een treinreis geboekt van Amsterdam-Schiphol naar Zaventem, maar door een treinuitval kon zij niet op tijd in Zaventem aankomen om in te checken voor haar vlucht. Eiseres vordert schadevergoeding van Turkish Airlines, stellende dat de luchtvaartmaatschappij tekort is geschoten in haar verplichtingen uit de vervoersovereenkomst.

Turkish Airlines betwist de bevoegdheid van de Nederlandse rechter, omdat de overeenkomst niet in Nederland is uitgevoerd en de statutaire zetel van de maatschappij in Turkije ligt. De kantonrechter oordeelt dat de bevoegdheid van de Nederlandse rechter moet worden beoordeeld aan de hand van het Nederlandse procesrecht. De rechter concludeert dat noch de plaats van vertrek, noch de plaats van aankomst van de vlucht in Nederland ligt, en dat de Nederlandse rechter daarom niet bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De zaak wordt aangehouden voor verdere uitlatingen van partijen over de woonplaats van eiseres en de mogelijkheid van rechtsmacht op basis van haar woonplaats.

De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan en stelt eiseres in de gelegenheid om op een later moment te reageren op de bevindingen met betrekking tot de bevoegdheid.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8938799 \ CV EXPL 20-10744
Uitspraakdatum: 9 februari 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. D. Rezaie
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Limitid Company (Turkije) Turk Havayollari A.O.
h.o.d.n. Turkish Airlines
statutair gevestigd te Ankara, mede kantoorhoudende te Schiphol,
gedaagde
verder te noemen: Turkish Airlines
gemachtigde: mr. H. Bulut-Yazir

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 10 december 2020 een vordering tegen Turkish Airlines ingesteld. Turkish Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
[eiseres] heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Turkish Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft bij BudgetAir.nl voor haar gezin een reisovereenkomst gesloten, bestaande uit een treinreis van Amsterdam-Schiphol Airport naar Zaventem, Brussel (België) en een vliegreis van Zaventem via Istanboel naar Isfahan (Iran), uitgevoerd door Turkish Airlines, op 22 juli 2019.
2.2.
Toen [eiseres] en haar gezin op 22 juli 2019 op de luchthaven Schiphol aankwamen bleek dat er sprake was van treinuitval, waardoor de geboekte trein met vertrektijd 11:38 uur niet zou rijden. Het gezin heeft vervolgens een trein later genomen.
2.3.
[eiseres] en haar gezin hebben geen gebruik kunnen maken van de geboekte vlucht.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis;
- voor recht verklaart dat Turkish Airlines primair te kort is geschoten in de nakoming van haar verbintenis jegens [eiseres] en haar gezin uit hoofde van de vervoersovereenkomst en subsidiair een onrechtmatige daad heeft gepleegd jegens [eiseres] en haar gezin;
- Turkish Airlines veroordeelt tot betaling van de volledige schade die [eiseres] door te tekortkoming van Turkish Airlines in de nakoming van de vervoersovereenkomst dan wel de onrechtmatige daad van Turkish Airlines heeft geleden, welke schade op een bedrag van € 9.726,50 bestaande uit; de hoofdsom, parkeerkosten, de treinkosten en de immateriële schade, wordt begroot, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening; - € 300,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, dan wel zoveel meer als [eiseres] maximaal kan vorderen conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
- de proceskosten, alsmede de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
[eiseres] heeft aan de vordering ten grondslag gelegd dat zij met BudgetAir.nl een vervoersovereenkomst, een overeenkomst van personenvervoer door de lucht in de zin van artikel 8:1390 van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft gesloten, op grond waarvan Turkish Airlines [eiseres] en haar gezin diende te vervoeren van Schiphol c.q. Zaventem naar Isfahan met een tussenstop op Istanboel. Turkish Airlines is tekort geschoten in de nakoming van haar verbintenis. Turkish Airlines heeft enerzijds en zeer korte overstaptijd tussen de treinreis van [eiseres] en haar vlucht vanaf Zaventem bepaald en anderzijds bewerkstelligd dat [eiseres] niet aan boord van het vliegtuig kon. Hierdoor heeft [eiseres] schade geleden die bestaat uit vermogensschade, te weten € 2.000,00 aan vliegtickets, € 111,50 aan parkeerkosten en € 115,00 voor de treinreis naar huis. [eiseres] vordert eveneens vergoeding van haar immateriële schade als gevolg van het niet kunnen bijwonen van de herdenkingsdienst (van haar overleden moeder in Iran). Deze schade wordt begroot op € 7.500,00.
3.3.
Voor zover de primaire vordering niet toewijsbaar is stelt [eiseres] zich op grond van voorgaande op het standpunt dat Turkish Airlines onrechtmatig tegenover [eiseres] heeft gehandeld. Door de gedragingen van Turkish Airlines heeft Turkish Airlines inbreuk gemaakt op het vermogensrecht van [eiseres] , nu zij daardoor in ieder geval vermogensschade heeft geleden. Zonder de niet goed doordachte organisatie van de reis en de weigering van Turkish Airlines om instapkaarten af te geven hadden [eiseres] en haar gezin de reis naar Iran kunnen maken en was de schade niet ingetreden.

4.Het verweer

4.1.
Turkish Airlines voert aan dat de Nederlandse rechter onbevoegd is om van de vordering van [eiseres] kennis te nemen. [eiseres] heeft via Budgetair.nl een ticket geboekt. De heenreis bestaat uit twee vervoersonderdelen. De reis van Schiphol naar Zaventem is uitgevoerd door ‘Accesrail’. Het tweede onderdeel vanaf Brussel is uitgevoerd door Turkish Airlines. De ‘luchtvervoerovereenkomst’ is dan ook niet in Nederland uitgevoerd.
4.2.
Turkish Airlines is niet op het grondgebied van een lidstaat gevestigd. De relatieve bevoegdheid moet daarom worden bepaald aan de hand van het Nederlandse Burgerlijk procesrecht. Turkish Airlines stelt dat artikel 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geen basis biedt voor het aannemen van rechtsmacht van de Nederlandse rechter, omdat Turkish Airlines niet in Nederland haar woonplaats of gewone verblijfplaats heeft als bedoeld in artikel 1:10 Burgerlijk Wetboek (BW). Turkish Airlines stelt voorts dat zij geen woonplaats in Nederland heeft in de zin van artikel 1:14 BW, omdat het kantoor van Turkish Airlines op de luchthaven Schiphol geen enkele betrokkenheid heeft gehad bij de boeking van de passagier. Verder heeft Turkish Airlines betoogd dat Budgetair.nl, oftewel Travix Nederland B.V. de contractuele wederpartij is van [eiseres] .

5.De beoordeling

5.1.
Tussen partijen is ten eerste in geschil of de Nederlandse (kanton)rechter bevoegd is kennis te nemen van het geschil dat tussen partijen is gerezen.
5.2.
Uit de ingebrachte producties volgt dat [eiseres] haar reis bij BudgetAir heeft geboekt. De heenreis bestond uit twee vervoersonderdelen en was als volgt gepland:
- Op maandag 22 juli 2019 om 11:38 uur zou [eiseres] met de trein vanaf treinstation Schiphol (Nederland) vertrekken naar treinstation Zaventem (België) en daar arriveren om 13:49 uur. Deze treinreis zou worden uitgevoerd door Accesrail (blijkens productie 1 bij dagvaarding)
- Vervolgens zou [eiseres] om 15:20 uur vanaf luchthaven Zaventem vertrekken naar Isfahan (Iran) met een tussenstop in Istanboel (Turkije). Deze vlucht zou worden uitgevoerd door Turkish Airlines.
5.3.
[eiseres] stelt dat Schiphol in dit geval dient te worden aangemerkt als de plaats van vertrek met de trein naar Brussel en de eindbestemming (de plaats van aankomst) voor de terugvlucht van Isfahan – Amsterdam. Door een treinstoring op luchthaven Schiphol was dit echter niet mogelijk en heeft [eiseres] de eerstvolgende trein – na overleg met BudgetAir – naar Zaventem genomen. Op luchthaven Zaventem heeft [eiseres] zich te laat gemeld bij de incheckbalie en heeft Turkish Airlines haar instapkaarten geweigerd. Uiteindelijk is [eiseres] niet meer op reis geweest met de geboekte heen- en terugvlucht.
5.4.
De kantonrechter stelt voorop dat in dit geval ingevolge artikel 6 van de Brussel I bis-Verordening de rechtsmacht van de Nederlandse rechter dient te worden beoordeeld aan de hand van het Nederlandse procesrecht. Ingevolge artikel 2 Rv heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht als de gedaagde in Nederland zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft. De woonplaats van een rechtspersoon is ingevolge artikel 1:10 lid 2 BW daar waar hij zijn statutaire zetel heeft. Vast staat dat de statutaire zetel van Turkish Airlines is gelegen in Ankara (Turkije), zodat zij op grond van artikel 1:10 lid 2 BW geen woonplaats heeft in Nederland als bedoeld in artikel 2 Rv. Vervolgens dient te worden beoordeeld of Turkish Airlines op grond van artikel 1:14 BW mede woonplaats heeft op haar kantoor te Schiphol. Het enkele feit dat een vennootschap een filiaal houdt in een arrondissement creëert nog geen bevoegdheid. Gesteld noch gebleken is dat er vanuit het kantoor van Turkish Airlines te Schiphol activiteiten met betrekking tot de onderhavige vlucht hebben plaatsgevonden, dan wel dat het kantoor van Turkish Airlines te Schiphol op enige wijze bij de onderhavige vlucht betrokken is geweest. Niet in geschil is dat [eiseres] de vlucht niet bij Turkish Airlines heeft geboekt. Gelet op het voorgaande oordeelt de kantonrechter dat Turkish Airlines in deze zaak geen woonplaats heeft op de plaats van haar kantoor te Schiphol in de zin van artikel 1:14 BW.
5.5.
[eiseres] heeft betoogd dat de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikel 6, sub a, Rv heeft omdat Schiphol dient te worden aangemerkt als plaats waar de verbintenis uit overeenkomst tussen Turkish Airlines en haar is uitgevoerd. De kantonrechter volgt [eiseres] niet in haar verweer. De kantonrechter is van oordeel dat niet Schiphol, maar Zaventem (België) als de plaats van vertrek van de vlucht moet worden aangemerkt. [eiseres] zou immers vanaf Schiphol per trein vertrekken naar Brussel en vanuit daar per vliegtuig vertrekken naar Isfahan. Dat de treinreis ook onderdeel uitmaakt van de reis die [eiseres] bij Budgetair heeft gesloten, maakt niet dat Turkish Airlines als vervoerder van de treinreis kan worden gezien, de treinreis is immers uitgevoerd door Accesrail. De vervoersovereenkomst tussen [eiseres] en Turkish Airlines is gesloten voor de vlucht van Zaventem via Istanboel naar Isfahan. Noch de plaats van vertrek noch de plaats van aankomst is in Nederland gelegen. Voor zover [eiseres] stelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de vordering omdat de terugvlucht zou aankomen te Amsterdam-Schiphol Airport gaat de kantonrechter hier ook aan voorbij. Uit het arrest van het Hof van 10 juli 2008 (Emirates Airlines / Schenkel, C-173/07) volgt immers dat de heen en terugvlucht afzonderlijk van elkaar moeten worden gezien, ook indien deze uitmaken van één boeking. De Nederlandse rechter (kanton)rechter kan dan ook hieruit geen bevoegdheid ontlenen.
5.6.
Niet uitgesloten is echter dat de Nederlandse rechter, bevoegd is om kennis te nemen van de vordering omdat [eiseres] woonachtig is in Nederland. Partijen hebben echter omtrent dit punt geen stelling ingenomen. De kantonrechter zal partijen dan ook nog in de gelegenheid stellen om zich nog hierover uit te laten. De zaak zal worden verwezen naar de rol voor akte uitlating aan de zijde van [eiseres] . Vervolgens zal Turkish Airlines nog in de gelegenheid worden gesteld om te reageren.
5.7.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
stelt [eiseres] in de gelegenheid voor de rol van 9 maart 2022 te reageren op hetgeen in 5.6. is overwogen;
6.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter