Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
18.1 Deze koopovereenkomst kan door koper worden ontbonden indien uiterlijk:a. op18 november 2020koper voor de financiering van de onroerende zaak voor een bedrag van€ 228.500, zegge TWEEHONDERDACHTENTWINTIGDUIZEND VIJFHONDERD EUROgeen bindend aanbod tot een hypothecaire geldlening van een erkende geldverstrekkende bankinstelling heeft verkregen, zulks tegen geen hogere bruto jaarlast dann.v.t.of een rentepercentage niet hoger dann.v.t., bij de volgende hypotheekvorm: tegen de normaal geldende voorwaarden en tarieven (…)(…)18.3 Partijen verplichten zich over en weer al het redelijk mogelijke te doen teneinde de hierboven bedoelde financiering en/of Nationale Hypotheek Garantie en/of toestemming en/of toezegging(en) en of/andere zaken te verkrijgen.De partij die de ontbinding inroept, dient er zorg voor te dragen dat de mededeling dat de ontbinding wordt ingeroepen, uiterlijk op de 1e werkdag na de datum waarvan in de betreffende ontbindende voorwaarde sprake is door de wederpartij of diens makelaar is ontvangen. Deze mededeling dient schriftelijk en goed gedocumenteerd via gangbare communicatiemiddelen te geschieden.Indien koper de ontbinding wenst in te roepen als gevolg van het (tijdig ontbreken) van een financiering als bedoeld in artikel 18.1 onder sub a. wordt, tenzij partijen anders overeenkomen, onder ‘goed gedocumenteerd’ verstaan dat één afwijzing van een erkende geldverstrekkende bankinstelling aan verkoper of diens makelaar dient te worden overgelegd.In aanvulling hieropkomen partijen overeen dat koper de/het volgende stuk(ken) dient over te leggen om te voldoen aan het vereist van ‘goed gedocumenteerd’:N.v.t..
Na lang overleg tussen mijn financieel adviseur en diverse banken, moet ik helaas het volgende mededelen. Ik ga gebruik maken van de ontbindende clausule met betrekking tot de financiering. Het echtscheidingsconvenant laat helaas op zich wachten door allerlei strubbelingen, waardoor de financiering niet op tijd geregeld kan worden. Per vandaag 12 november 2020 wil ik dus van deze clausule gebruik maken. Ik baal er vreselijk van, omdat ik het huis erg graag wou hebben maar de diverse banken eisen een echtscheidingsconvenant, welke nog niet is afgegeven en dat ook op korte termijn (helaas niet) zal gebeuren. (…)
U heeft bij ons een hypotheek aangevraagd voor het woonhuis [adres] . Wij hebben uw aanvraag zorgvuldig geoordeeld met de informatie die u ons heeft gegeven. Uw hypotheekaanvraag voldoet helaas niet aan onze voorwaarden. Daarom wijzen wij uw hypotheekaanvraag af. Hieronder leest u waarom wij uw aanvraag afwijzen.Uw klant heeft (een) achterstandscodering(en) bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel op één of meerdere geregistreerde lening(en) op naam van [gedaagde] . Dit houdt in dat een kredietinstelling een melding heeft gedaan bij het BKR over het niet nakomen van betaalafspraken. Wij ontvangen verder geen informatie over deze BKR registratie.(…)
In het contact dat met u geweest is ten tijde van de aankoop en met name de periode daaropvolgend (dus ten tijde van de termijn van het financieringsvoorbehoud) is meerdere malen door ons geïnformeerd naar de status van uw financieringsaanvraag. U heeft niet (of ten minste niet tijdig) aangegeven dat de procedure van uw scheiding de aanvraag van een financieringsofferte frustreerde, waardoor het nimmer tot het uitbrengen van een offerte is gekomen. U had dit in een veel eerder stadium (i.p.v. 2 dagen voor het verstrijken van de termijn) bij ons kunnen én moeten aangeven. Het is ons dan ook niet duidelijk of uw ontbindingsverzoek is gebaseerd op het nog niet geeffectueerd hebben van uw scheiding (in de zin van een status als ingeschreven convenant), de door u genoemde BKR-registratie, uw inkomenspositie of een combinatie van voornoemde elementen.
3.De vordering
4.De beoordeling
goed gedocumenteerd'moet worden gedaan. Wat daaronder moet worden verstaan, staat ook in de overeenkomst, namelijk dat
één afwijzing van een erkende geldverstrekkende bankinstelling aan verkoper of diens makelaar dient te worden overgelegd.De achtergrond van deze documentatieplicht is dat de verkoper moet kunnen beoordelen of terecht een beroep op het financieringsvoorbehoud wordt gedaan.
Tijdig
Voldaan aan documentatieplicht en inspanningsverplichting
één afwijzing van een erkende geldverstrekkende bankinstelling. Daaraan heeft [gedaagde] voldaan. [gedaagde] heeft een brief van ASR overgelegd waarin zijn hypotheekaanvraag wordt afgewezen. Niet in geschil is dat ASR een erkende geldverstrekkende bankinstelling is. In deze brief staat waarom de hypotheekaanvraag is afgewezen vanwege een BKR registratie van [gedaagde] . Als [eiser] een uitgebreidere onderbouwing van [gedaagde] had willen ontvangen, had het op zijn weg gelegen dit - zoals dat ook blijkens de jurisprudentie waarnaar [eiser] heeft verwezen niet ongebruikelijk is - met zoveel woorden in de koopovereenkomst op te nemen, Dit is niet gebeurd. In de overeenkomst staat:
In aanvulling hierop komen partijen overeen dat koper de/het volgende stuk(ken) dient over te leggen om te voldoen aan het vereist van ‘goed gedocumenteerd’:N.v.t..Gelet hierop is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] aan zijn documentatieplicht heeft voldaan.
al het redelijk mogelijkeheeft gedaan. Wat van [gedaagde] in dit kader mag worden verwacht, moet echter wel bezien worden in het licht van de invulling die partijen aan de documentatieplicht hebben gegeven. Zo mag van [gedaagde] niet worden verwacht dat hij alsnog een tweede afwijzing van een geldverstrekkende bankinstelling of de inhoud van zijn aanvragen overlegt. Wel moet voldoende vast staan dat [gedaagde] zich voldoende heeft ingespannen om andere mogelijkheden om tijdig financiering te verkrijgen te onderzoeken. Daaraan is voldaan. Ten eerste blijkt uit de brief van ASR niet dat zij de aanvraag van [gedaagde] onder andere voorwaarden wel tijdig zou hebben goedgekeurd. Niet valt daarom in te zien wat [gedaagde] had kunnen doen om deze afwijzing te voorkomen. Verder heeft [gedaagde] aangevoerd dat diverse banken als voorwaarde stelden dat er een echtscheidingsconvenant zou zijn opgesteld, maar dat dit een voorwaarde was waaraan hij ook nog niet kon voldoen. Ten slotte heeft [gedaagde] met stukken onderbouwd dat hij met ABN Amro contact heeft geweest over de financiering van de woning, maar dat ook voor deze aanvraag aanvraag meer tijd hiervoor meer tijd nodig was. [gedaagde] heeft in dit kader aangevoerd dat als [eiser] hem enig uitstel had gegund de financiering wel rond had gekregen, aangezien de BKR registratie per 14 december 2020 zou vervallen. Vast staat echter dat partijen het niet eens zijn geworden over (de voorwaarden van) het verlenen van uitstel. Onder deze omstandigheden kon van [gedaagde] niet worden verwacht dat hij de datum van 18 november 2020 voorbij zou laten gaan zonder zich op het financieringsvoorbehoud te beroepen.