In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. De moeder van de minderjarige heeft verzocht om de man, die zij beschouwt als de biologische vader, juridisch als vader te laten erkennen. De man, die de biologische vader is volgens een DNA-onderzoek, heeft echter geen contact met de minderjarige en weigert erkenning. De rechtbank heeft de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, omdat dit niet binnen de wettelijke termijn was ingediend. De bijzondere curator, die de minderjarige vertegenwoordigt, heeft echter verzocht om het ouderschap van de man vast te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de verwekker is van de minderjarige en heeft het verzoek van de bijzondere curator toegewezen. De rechtbank heeft benadrukt dat de afwerende houding van de man schadelijk is voor de identiteitsontwikkeling van de minderjarige en heeft de hoop uitgesproken dat de man zal instemmen met een ontmoeting met zijn kind. De beschikking is openbaar uitgesproken en de griffier is opgedragen om een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Alkmaar.