Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
[passagier sub 2]
[passagier sub 3]
[passagier sub 4]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- de resterende wettelijke rente over een bedrag van € 2.400,00 vanaf 29 mei 2016 tot 13 maart 2018 van € 6,77;
- € 435,60 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 juli 2016;
- de proceskosten en de nakosten;
4.Het verweer
5.De beoordeling
Het gaat om een volmacht, gekoppeld aan een last, met het doel de vergoeding voor en namens de passagier van de airline te vorderen. Op deze wijze heeft EUclaim ook invulling aan de relatie gegeven. Zij heeft Qatar Airways immers namens Passagiers aangesproken, en niet in haar eigen naam. Aan Qatar Airways kan worden toegegeven dat EUclaim de rechten van passagiers wel aan zich had kunnen laten cederen (artikel 3.9 van de algemene voorwaarden), maar van een dergelijke overdracht en het bestaan van de daartoe benodigde akte blijkt in dit geval niets en Qatar Airways heeft haar stellingen op dit punt ook niet met verdere bewijsstukken onderbouwd”. Ook in de onderhavige zaak heeft de vervoerder niet onderbouwd dat sprake is van een overdracht van de rechten van de passagiers aan EUclaim. Dit verweer van de vervoerder slaagt daarom niet.