Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
2. [passagier sub 2]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 13 juli 2020;
- de akte houdende overlegging producties van de passagiers van 16 augustus 2020;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 7 april 2021.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- primair € 363,00 subsidiair € 290,40 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 3 januari 2019;
- de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 3 januari 2019.
4.De beoordeling
Omdat het subsidiair verzochte bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief (inclusie btw) zullen de subsidiair verzochte buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.