2.9.Verdeling
2.9.1.De vrouw verzoekt te bepalen dat de man volledig draagplichtig is voor alle gemeenschapsschulden zoals genoemd onder de randnummers 42-47 van het verzoekschrift ad. € 54.871,68, zonder nadere verrekening met de vrouw.
2.9.2.De man heeft daartegen verweer gevoerd.
2.9.3.Als peildatum voor het bepalen van de omvang van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap heeft te gelden de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding, te weten 6 juli 2021.
2.9.4.Partijen zijn op [datum] gehuwd zonder huwelijkse voorwaarden op te maken en zijn derhalve gehuwd in beperkte gemeenschap van goederen.
2.9.5.Uit de stukken en de mondelinge behandeling volgt dat de ontbonden huwelijksgemeenschap in ieder geval bestaat uit de volgende passiva:
a. Schuld aan CJIB vanwege verkeersboetes en zorgverzekering van € 35.430,16
b. Schuld parkeerbelasting van € 5.137,02
c. Schuld aan Maasdelta vanwege eindinspectie van € 3.535,80
d. Schuld aan Rijnland deurwaarders van € 3.107,79
e. Schuld aan Energie Direct van € 2.292,02
f. Schuld aan Stedin van € 2.069,21
g. Schuld aan SODA vanwege tanken en wegrijden van € 2.400,-
h. Schuld aan Maasdelta vanwege huur februari van € 663,40
i Schuld aan Evides van € 236,28
2.9.6.Als peildatum voor het bepalen van de waarde van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap hanteert de rechtbank de datum van verdeling, nu dit door de vrouw is gesteld en niet door de man is betwist.
2.9.7.De vrouw stelt dat op grond van artikel 1:100 lid 2 van het BW dient te worden afgeweken van een gelijke draagplicht, in die zin dat de schulden volledig voor rekening van de man komen zonder nadere verrekening met de vrouw. Aangezien de schulden zijn veroorzaakt door het onverantwoorde gedrag van de man dient op grond van de redelijkheid en billijkheid te worden afgeweken van een gelijke verdeling. Daarbij stelt de vrouw dat de aard van de schulden er niet toe kan leiden dat deze schulden gelijk worden verdeeld. De schulden zijn persoonsgebonden en allemaal door toedoen van de man ontstaan. De man heeft zonder toestemming van de vrouw een hennepkwekerij in de huurwoning gehad, waardoor alle kosten die hiermee samenhangen voor rekening van de man dienen te komen. Daarnaast heeft de man boetes ontvangen voor zijn rij- en parkeergedrag en omdat hij zonder te betalen is weggereden na het tanken. De vrouw beschikt niet over een rijbewijs en heeft geen auto, waardoor deze schulden eveneens volledig door de man dienen te worden gedragen. De vrouw voert ten slotte aan dat de man tijdens het huwelijk de vaste lasten diende te betalen, aangezien hij inkomsten genereerde en de vrouw niet. De vrouw heeft de schulden nog niet kunnen onderbouwen omdat zij pas sinds kort over een vast woonadres beschikt en de schulden tot op heden nog binnenkomen. De vrouw ervaart op dit moment nog veel moeite om inzicht in de schulden te verkrijgen en verzoekt de rechtbank indien noodzakelijk in het algemeen een oordeel te geven over de schulden.
2.9.8.De man erkent dat er tijdens het huwelijk schulden zijn ontstaan. Hij kan echter niet aangeven wat de hoogte van deze schulden is, nu de vrouw dit tijdens het huwelijk van partijen regelde en zij de schulden niet met nadere stukken heeft onderbouwd. De man betwist dat hij de door de vrouw gestelde schulden heeft doen ontstaan. Er is dan ook geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt dat schulden gelijk moeten worden gedeeld.
2.9.9.De rechtbank overweegt als volgt. Artikel 1:100 lid 2 van het BW bepaalt dat voor zover de goederen van de gemeenschap niet toereikend zijn om de schulden van de gemeenschap te voldoen, deze voor een gelijk deel door beide echtgenoten worden gedragen, tenzij uit de eisen van redelijkheid en billijkheid, mede in verband met de aard van de schulden, een andere draagplicht voortvloeit. Door degene die zich beroept op art. 1:100 lid 2 van het BW dienen feiten en omstandigheden te worden gesteld op basis waarvan geoordeeld kan worden of van een gelijke draagplicht kan worden afgeweken.
2.9.10.De rechtbank stelt op grond van de stellingen van partijen vast dat de ontbonden huwelijksgemeenschap enkel bestaat uit schulden en dus niet toereikend is om daaruit de schulden te voldoen. Tussen partijen is niet in geschil dat er schulden bestaan, maar wel hoe hoog deze schulden zijn en of de man al dan niet geheel draagplichtig voor deze schulden dient te zijn. De rechtbank overweegt ten aanzien van de hoogte van de schulden als volgt. De vrouw heeft gesteld dat alle schulden op naam van de man staan en zij sinds kort wordt benaderd door schuldeisers nu zij recentelijk over een vast woonadres is gaan beschikken. De man heeft dit niet betwist. Gelet op de door de vrouw gestelde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat aan de vrouw niet kan worden tegengeworpen dat zij geen stukken in het geding heeft kunnen brengen waaruit de exacte hoogte van de schulden blijkt. De rechtbank zal daarom uitgaan van de door de vrouw gestelde hoogte van de schulden.
2.9.11.Ten aanzien van de draagplicht voor de schulden overweegt de rechtbank als volgt.
Ad a (gedeeltelijk), h en i: Schuld wegens onbetaalde zorgverzekering, schuld aan Maasdelta vanwege huur februari, schuld aan Evides
2.9.12.De vrouw heeft ten aanzien van deze schulden als feiten en omstandigheden aangevoerd dat de man tijdens het huwelijk hoofdkostwinner was. Hij was daarom gehouden om deze schulden te voldoen, maar heeft dit verzuimd. De man heeft betwist aansprakelijk te zijn voor deze schulden. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze schulden aan te merken als kosten van de huishouding van partijen, omdat deze zien op de zorgverzekering, huur van de echtelijke woning en drinkwater. Beide partijen hebben tijdens het huwelijk profijt gehad van het niet voldoen van deze kosten. Dit brengt met zich dat er geen aanleiding bestaat om af te wijken van het uitgangspunt dat partijen deze schulden gezamenlijk moeten dragen. Dat de man deze rekeningen eerder had moeten voldoen, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders.
Ad a (gedeeltelijk), b, g: Schuld aan CJIB wegens verkeersboetes, schuld parkeerbelasting, schuld aan SODA vanwege tanken en wegrijden
2.9.13.De vrouw heeft aangevoerd dat de man volledig voor deze schulden draagplichtig moet zijn, aangezien de man deze heeft veroorzaakt door zijn gedrag in het verkeer. De vrouw kan deze schulden niet hebben veroorzaakt omdat zij niet in het bezit is van een rijbewijs of auto. De man heeft deze omstandigheden niet betwist, waardoor de door de vrouw gestelde feiten en omstandigheden zijn komen vast te staan. Naar het oordeel van de rechtbank vloeit uit de eisen van de redelijkheid en billijkheid voort dat vanwege deze feiten en omstandigheden afgeweken moet worden van de draagplicht bij helfte, mede gezien de aard van de schulden. De man is derhalve volledig draagplichtig voor de schulden die voortvloeien uit zijn verkeers- en parkeergedrag alsmede voor de schulden die voortvloeien uit het tanken en wegrijden zonder te betalen.
Ad c, d, e en f: Schuld aan Maasdelta vanwege eindinspectie, schuld aan Rijnland deurwaarders, schuld aan Energie Direct, schuld aan Stedin
2.9.14.De vrouw heeft in het kader van deze schulden als feiten en omstandigheden aangevoerd dat deze schulden zijn veroorzaakt doordat de man buiten medeweten van de vrouw een hennepkwekerij in echtelijke woning heeft gehad. De man heeft het bestaan van deze hennepkwekerij betwist, maar naar het oordeel van de rechtbank heeft hij dit onvoldoende gedaan. Op basis van de door de vrouw overgelegde tijdlijn van de GI blijkt namelijk dat er op 4 januari 2021 een inval van de politie in de echtelijke woning van partijen is geweest en vervolgens een hennepkwekerij is ontdekt. Voorts heeft de man niet betwist dat de vrouw niet bekend was met het feit dat de man een hennepkwekerij in de echtelijke woning hield, waardoor ook dit voor de rechtbank is komen vast te staan. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van onderhavige schulden uit de eisen van redelijkheid en billijkheid, mede gezien de aard van de schulden, voortvloeit dat er dient te worden afgeweken van de draagplicht bij helfte. De rechtbank zal dan ook bepalen dat de man volledig draagplichtig is voor de schulden die voortvloeien uit de hennepkwekerij die de man in de echtelijke woning van partijen heeft gehouden.