Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
- de medische verklaring van 3 februari 2022;
- aan aanvullend verzoek van de geneesheer-directeur van 3 februari 2022;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 7 februari 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekend adres. De officier van justitie had op 4 februari 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om voortzetting van de crisismaatregel die door de burgemeester van Haarlem op 3 februari 2022 was opgelegd. De rechtbank heeft de instelling de gelegenheid gegeven om een nieuwe medische verklaring in te dienen, maar deze is niet ontvangen. Tijdens de mondelinge behandeling, die via een beeld- en geluidsverbinding plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn de betrokkene, haar advocaat, een arts-assistent en haar moeder gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende grond is voor de voortzetting van de crisismaatregel. Er was geen ernstig vermoeden van een psychische stoornis en derhalve ook geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De rechtbank heeft geconcludeerd dat niet is voldaan aan de criteria voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. De medische verklaring die op 3 februari 2022 was afgegeven, voorzag niet in een opname in een accommodatie, wat een vereiste was voor de gevraagde vrijheidsbeneming. De rechtbank heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel en het aanvullende verzoek afgewezen, omdat er geen toereikende medische verklaring was ingediend.
De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, in tegenwoordigheid van griffier E.B.B.M. van Linden, en is openbaar uitgesproken op 7 februari 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.