ECLI:NL:RBNHO:2022:1555

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 maart 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
9447688
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van premieachterstand door zorgverzekeraar

In deze zaak vordert Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. (hierna: Zilveren Kruis) dat de gedaagde, die in persoon procedeert, wordt veroordeeld tot betaling van een premieachterstand van één maand. De gedaagde stelt dat zij de premie voor de betreffende maand heeft betaald, maar het door haar overgelegde betaalbewijs blijkt betrekking te hebben op een andere maand. De kantonrechter heeft op 2 maart 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de vordering van Zilveren Kruis is toegewezen.

Het procesverloop begon met een dagvaarding van Zilveren Kruis op 8 september 2021, waarop de gedaagde schriftelijk heeft geantwoord. Na enkele schriftelijke uitwisselingen heeft Zilveren Kruis zich bij akte uitgelaten over de producties van de gedaagde. De feiten van de zaak zijn als volgt: de gedaagde was in 2021 verzekerd bij Zilveren Kruis en had een maandpremie van € 139,50, verhoogd met € 1,00 voor het verzenden van een acceptgiro. Op 23 februari 2021 heeft de gedaagde een bedrag van € 140,95 overgemaakt, maar zonder betalingskenmerk.

Zilveren Kruis heeft de gedaagde op 6 augustus 2021 verzocht om een betalingsachterstand van € 140,95 te voldoen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Zilveren Kruis de betaling van 23 februari 2021 ten onrechte op de maand februari heeft afgeschreven, omdat de premie voor die maand al betaald was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde de premie voor maart 2021 niet heeft betaald en heeft de vordering van Zilveren Kruis tot betaling van € 190,71, inclusief buitengerechtelijke incassokosten, toegewezen. De gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9447688 \ CV EXPL 21-6337
Uitspraakdatum: 2 maart 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.
gevestigd te Leiden
eiseres
verder te noemen: Zilveren Kruis
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.
De zaak in het kort
Zilveren Kruis vordert [gedaagde] te veroordelen de premieachterstand van één maand te voldoen. Volgens [gedaagde] heeft zij de premie over de betreffende maand betaald. De vordering wordt toegewezen, omdat het getoonde betaalbewijs op een andere maand betrekking heeft.

1.Het procesverloop

1.1.
Zilveren Kruis heeft bij dagvaarding van 8 september 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Zilveren Kruis heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven, met producties. Tot slot heeft Zilveren Kruis zich bij akte uitgelaten over de bijgevoegde producties van [gedaagde] .

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] was in 2021 bij Zilveren Kruis verzekerd tegen ziektekosten. De premie bedroeg € 139,50 per maand, verhoogd met € 1,00 per maand voor het verzenden van een acceptgiro.
2.2.
Op 23 februari 2021 heeft [gedaagde] via internetbankieren het maandbedrag van € 140,95 aan Zilveren Kruis overgemaakt, zonder vermelding van een betalingskenmerk.
2.3.
Zilveren Kruis heeft [gedaagde] op 6 augustus 2021 verzocht een betalingsachterstand van € 140,95, verhoogd met rente tot € 142,18, binnen 15 dagen na bezorging van die aanmaning te voldoen.

3.De vordering

3.1.
Zilveren Kruis vordert – samengevat – dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 190,71, te vermeerderen met rente en kosten.
3.2.
Zilveren Kruis legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] een betalingsachterstand heeft van € 140,95 doordat [gedaagde] de premie over de maand maart 2021 niet heeft betaald. Omdat [gedaagde] ondanks de herhaaldelijk verstuurde betalingsherinneringen van zowel Zilveren Kruis als haar gemachtigde nog niet heeft betaald, is [gedaagde] ook € 48,40 aan buitengerechtelijke incassokosten aan Zilveren Kruis verschuldigd geraakt.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Onder overlegging van betaalbewijzen voert [gedaagde] (samengevat) dat Zilveren Kruis geen vordering op haar heeft. Alle termijnbedragen zijn betaald. Omdat in februari 2021 bij de overboeking van de premie maart 2021 niet het juiste kenmerk is genoemd, is de betaling mogelijk niet afgeboekt op de maand maart 2021. Uit de overgelegde betaalbewijzen blijkt volgens [gedaagde] echter dat zij Zilveren Kruis volledig heeft betaald.

5.De beoordeling

Hoofdsom
5.1.
Zilveren Kruis heeft een overzicht verstrekt, waaruit blijkt welke bedragen [gedaagde] in 2021 maandelijks diende te voldoen, en welke betalingen Zilveren Kruis van [gedaagde] daarop heeft ontvangen. Hieruit blijkt dat [gedaagde] meestal de maandpremie in de loop van de betreffende maand voldoet, en dus niet in de voorafgaande maand. In lijn hiermee heeft Zilveren Kruis de premiebetaling van 23 februari 2021 afgeboekt op de maand februari 2021. Onder verwijzing naar artikel 6:43 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek stelt Zilveren Kruis dat zij vanwege het ontbreken van een betalingskenmerk de betaling van 23 februari 2021 ook op die maand mocht afboeken. Dat was volgens Zilveren Kruis op dat moment de oudste schuld van [gedaagde] aan Zilveren Kruis.
5.2.
De kantonrechter overweegt het volgende. Zilveren Kruis had de betaling van 23 februari 2021 op de maand maart 2021 moeten afboeken, als de premie voor februari 2021 op dat moment al was betaald. Uit het overzicht van Zilveren Kruis blijkt dat dit niet het geval was. Omdat [gedaagde] niet met een betaalbewijs heeft aangetoond dat de premie februari 2021 op een eerder moment dan 23 februari 2021 al was betaald, moet het ervoor worden gehouden dat de betaling van 23 februari 2021 betrekking heeft op februari 2021. Zilveren Kruis heeft vervolgens op grond van het betalingskenmerk de eerst volgende betaling van 23 maart 2021 afgeboekt op de maand april 2021. Hieruit volgt dat het voor maart 2021 verschuldigde maandbedrag nog open staat. Het gevorderde bedrag van € 140,95 zal daarom worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.3.
Zilveren Kruis maakt eveneens aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De door de gemachtigde van Zilveren Kruis verzonden aanmaning van 6 augustus 2021 voldoet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen. Omdat [gedaagde] hierover geen verweer heeft gevoerd, zal van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagde] worden uitgegaan. Daarmee staat vast dat [gedaagde] niet binnen 15 dagen na bezorging van de brief tot betaling van de vordering is overgegaan. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40 zal dan ook worden toegewezen.
Rente
5.4.
[gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde rente. De gevorderde rente zal daarom eveneens worden toegewezen.
proceskosten
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Zilveren Kruis van € 190,71, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 140,95 vanaf 8 september 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Zilveren Kruis tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 123,60
griffierecht € 126,00
salaris gemachtigde € 92,50;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter