Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiseres sub 1]
[eiser sub 2]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vorderden [eiser sub 2] c.s. van Velison Wonen schadevergoeding als gevolg van een lekkage in de huurwoning. De lekkage vond plaats van april 2020 tot en met 15 oktober 2020. [eiser sub 2] c.s. stelde dat de schade, die was ontstaan door de lekkage, vergoed moest worden, en berekende deze schade op basis van huurprijsvermindering volgens artikel 7:257 BW. De kantonrechter oordeelde echter dat de huurprijsvermindering niet kon worden toegewezen vanwege de vervaltermijn van zes maanden die in de wet is opgenomen. Dit zou in strijd zijn met de bedoeling van de wetgever. De kantonrechter wees het deel van de vordering dat betrekking had op huurprijsvermindering af, maar erkende wel dat er schade was ontstaan aan boeken en kleding door de lekkage. De kantonrechter schatte deze schade op € 100,00, met wettelijke rente vanaf de datum dat de lekkage was verholpen. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.