ECLI:NL:RBNHO:2022:1600
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening voor eenpersoonshuisvesting van verzoeker met psychiatrische aandoeningen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die na een echtscheiding dakloos is geraakt. Verzoeker, die lijdt aan verschillende psychiatrische aandoeningen, heeft een urgentieverklaring voor een sociale huurwoning, maar heeft nog geen woning aangeboden gekregen. Hij verblijft momenteel in een coronahotel, waar hij onder strikte huisregels moet verblijven. Verzoeker heeft verzocht om een plek waar hij ook overdag binnen kan blijven, omdat zijn psychiater heeft aangegeven dat dit noodzakelijk is voor zijn medicatie.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld, waarbij zowel verzoeker als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren. De rechter heeft vastgesteld dat er overeenstemming is over de noodzaak van opvang, maar dat er onenigheid bestaat over de geschiktheid van de aangeboden meerpersoonskamer. De voorzieningenrechter oordeelt dat het aan de verweerder is om onderzoek te doen naar de geschiktheid van de opvang voor verzoeker, gezien zijn medische klachten. Aangezien dit onderzoek niet is uitgevoerd, kan het standpunt van de verweerder niet worden gevolgd.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek toe te wijzen en de verweerder op te dragen zorg te dragen voor 24-uursopvang in een eenpersoonskamer, waarvan verzoeker ook overdag gebruik mag maken. Tevens is de verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoeker. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.