In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de N.V. Univé Zorg en een gedaagde, die verzekerd was tegen ziektekosten. De eiseres, Univé, had een vordering ingesteld tegen de gedaagde wegens een achterstand in premiebetalingen. De gedaagde had een betalingsregeling getroffen, maar Univé had de laatste termijn afgeschreven op de lopende premie vanwege het ontbreken van een betalingskenmerk. De gedaagde betwistte de vordering gedeeltelijk en voerde aan dat zij niet voldoende uitleg had gekregen over de opbouw van de vordering. De kantonrechter oordeelde dat Univé ten onrechte buitengerechtelijke incassokosten had gevorderd, aangezien de gedaagde de betalingsregeling correct was nagekomen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 116,44, te vermeerderen met wettelijke rente, en heeft bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. De vordering voor het overige werd afgewezen.