Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 juli 2021 en de daarin vermelde stukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie.
2.De feiten
€ 97.500,-- (hierna: de overeenkomst). Het pleziervaartuig (hierna: het vaartuig) is geleverd op 19 juni 2018. In de overeenkomst staat onder meer het volgende:
Verkoper staat ervoor dat het door hem aangeleverde vaartuig zijn eigendom is en vrij van lasten en beperkingen, waaronder BTW-heffingen en invoerrechten en vrij van inschrijving in het kadaster. Van uitschrijving uit kadaster zal verkoper een document/bewijs van uitschrijving overleggen.”
Hey [gedaagde] Is er nog vooruitgang in de uitschrijving kadaster van de fairline ? Gr. [eiser] ”
Ben er mee bezig maar (…) die ex is i hoger beroep gegaan dus af wachten maar”
Ok. Wachten af. Succes”
De zaak van hoger beroep dient maandag dus nog even afwachten”
“Thanx voor de info. Succes
Ik ben er ook niet blij mee (…) sorry heb zo veel narigheid”
Vervelend.Maar zal op korte termijn toch wat moeten gaan gebeuren als het kan. Dit loopt, tegen de gemaakte afspraken in, al veel te lang.”
Als ik terug ben ga ik er over denken nu is er maar ren belang en dat is mijn moeder ze is 83 en kan niet veel meer en Duitsland is geen ned in de zorg de fam moet het doen ik dat ben ik”
Sterkte”
Hartelijk dank voor de bezichtiging van de Fairline.
Naar aanleiding van ons telefoongesprek van woensdag jl. kan ik u hierbij verklaren dat wij bij een drietal gelegenheden bij u aan boord te zijn geweest met potentiële kopers. In ten minsten 1 geval is er een bod uitgebracht van € 180.000 waarbij de onderhandeling spaak liep op het feit dat u niet kon leveren daar de boot niet op naam staat.”
3.Het geschil
De vordering
4.De beoordeling
Van uitschrijving uit kadaster zal verkoper een document/bewijs van uitschrijving overleggen.” [eiser] , hoewel hij bij de koop als particulier optrad, is eigenaar van een jachthaven en handelt beroepsmatig in boten. Hij mag daarom bekend worden verondersteld met het gegeven dat een inschrijving in het Kadaster veelal verband houdt (althans kan houden) met de vestiging van een hypotheekrecht. Gelet op deze verwevenheid tussen de doorhaling van het hypotheekrecht en de uitschrijving uit het Kadaster, is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde] de overeenkomst en het in punt 2.1 opgenomen citaat daaruit redelijkerwijs zo mocht begrijpen dat zowel de uitschrijving uit het Kadaster als het doorhalen van het hypotheekrecht nog na de levering mocht plaatsvinden. Als [eiser] had gewild dat het vaartuig reeds per datum levering vrij van alle lasten moest zijn, dan had hij dat duidelijk en expliciet moeten formuleren. Mede in het licht van de onder 2.1 weergegeven bepaling, blijkt dit nu onvoldoende duidelijk uit de overeenkomst. De rechtbank merkt op dat partijen in de door hen ingenomen standpunten geen aandacht besteden aan het juridische gegeven dat de levering van het te boek gestelde vaartuig via de notaris had moeten plaatsvinden. Omdat partijen geen standpunten hebben ingenomen die hierop zien, laat de rechtbank dit verder voor wat het is.
handelsrente heeft gevorderd (zoals in het kopje boven punt 8 in de dagvaarding staat), wordt deze afgewezen omdat de overeenkomst geen handelsovereenkomst is in de zin van artikel 6:119a BW.