ECLI:NL:RBNHO:2022:1799
Rechtbank Noord-Holland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake kinderopvangtoeslag
Op 3 maart 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar beroep door de Belastingdienst/Toeslagen. De opposante had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar verzoek van 24 december 2020 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank had eerder, op 16 november 2021, het beroep niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het eindoordeel buiten redelijke twijfel stond. De opposante stelde dat de Belastingdienst/Toeslagen uiterlijk in juli 2021 een beschikking had moeten afgeven, maar dit was niet gebeurd. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst/Toeslagen aannemelijk had gemaakt dat een brief van 5 juni 2021 was verzonden, waarmee de beslistermijn was verlengd tot 24 december 2021. De opposante had geen bewijs geleverd dat de brief niet was ontvangen, en haar enkele stelling hierover was onvoldoende om aan de verzending te twijfelen. De rechtbank verklaarde het verzet ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in stand bleef. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.