Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Van Mossel Autoschade B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
“nadrukkelijk(heeft)
gewezen op het risico dat hij de studie zou moeten terug betalen als de organisatie zijn arbeidsovereenkomst zou eindigen, op welke manier dan ook.”Verder verklaart [xxx] :
“ [gedaagde] is ook geïnformeerd dat hij terug moet betalen als zijn arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd.”[gedaagde] betwist stellig dat hij in het sollicitatiegesprek is gewezen op het risico van de hier aan de orde zijnde situatie, dat hij de studiekosten moet terugbetalen als zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zou worden verlengd. Zonder nadere onderbouwing in de vorm van destijds gemaakte gespreksaantekeningen of een andere vorm van registratie in augustus 2019, is de schriftelijke verklaring van twee jaar later onvoldoende om zonder meer aan te nemen dat [xxx] destijds daadwerkelijk en in deze bewoordingen [gedaagde] heeft geïnformeerd. Daarbij komt dat [xxx] niet verklaart dat hij aan [gedaagde] heeft verteld dat de arbeidsovereenkomst in eerste instantie voor zeven maanden werd aangegaan, terwijl hij wel zegt nadrukkelijk te hebben benoemd dat de studiekosten in rekening worden gebracht als [gedaagde] de organisatie binnen vier jaar op welke manier dan ook zou verlaten. Zelfs indien in het sollicitatiegesprek precies gezegd zou zijn wat [xxx] verklaart, dan blijkt hieruit nog niet dat Van Mossel zich er ook van heeft vergewist dat [gedaagde] begreep dat hij bij niet verlengen van zijn arbeidsovereenkomst voor de duur van zeven maanden, de studiekosten van € 10.000,00 volledig zou moeten terugbetalen, en dat een verlenging ook weer voor een relatief korte bepaalde tijd zou zijn met het risico op terugbetaling van € 7.500,00. Aan het door Van Mossel aangeboden getuigenbewijs gaat de kantonrechter dan ook voorbij, omdat dit niet tot een ander oordeel zal leiden.