ECLI:NL:RBNHO:2022:1952

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 maart 2022
Publicatiedatum
8 maart 2022
Zaaknummer
9566622 / EJ 21-377
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van de verplichting tot ter inzagelegging van de boedelbeschrijving in een nalatenschap met positieve samenstelling

In deze zaak hebben verzoekers, de erfgenamen van de erflater, een verzoekschrift ingediend om ontheffing van de verplichting om de boedelbeschrijving van de nalatenschap ter inzage te leggen. De erflater, die vier kinderen heeft, is overleden en de erfgenamen hebben de nalatenschap op verschillende manieren aanvaard. De verzoekers stellen dat de nalatenschap een positief saldo heeft en dat er geen schulden zijn aangetroffen, behalve de factuur van de notaris voor de verklaring van erfrecht.

De kantonrechter heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat de gezamenlijke erfgenamen, als gevolg van de beneficiaire aanvaarding door één van de kinderen, ieder vereffenaar zijn van de nalatenschap. De wettelijke voorschriften inzake vereffening zijn van toepassing, waaronder de verplichting om een boedelbeschrijving op te maken en ter inzage te leggen. Echter, gezien de positieve samenstelling van de nalatenschap en het feit dat de reguliere nota's zijn betaald, heeft de kantonrechter besloten om de erfgenamen ontheffen van deze verplichting.

De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om nadere aanwijzingen te geven of de vereffening te verzwaren, en heeft het verzoek om ontheffing toegewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 9566622 / EJ 21-377 (SJ)
Uitspraakdatum: 2 maart 2022
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker 1] en [verzoeker 2]
wonende te [woonplaats 1] respectievelijk [woonplaats 2]
verzoekende partij
verder te noemen: verzoekers
inzake
de nalatenschap van [erflater] (hierna: erflater),
geboren op [geboortedatum] en overleden op [datum overlijden] ,
laatstelijk gewoond hebbende te [plaats] .

1.Het procesverloop

1.1.
Verzoekers hebben een verzoekschrift ingediend, bij de griffie ontvangen op 16 november 2021. Het verzoekschrift is aangevuld bij brieven van 6 en 13 januari 2022 en 10 februari 2022.
1.2.
Gelet op de aard van het verzoek is afgezien van een behandeling op een zitting.

2.De feiten

2.1.
Erflater heeft zijn vier kinderen, [kind 1] , [kind 2] , [kind 3] en [kind 4] , benoemd als zijn erfgenamen.
2.2.
Blijkens de overgelegde verklaring van erfrecht hebben [kind 1] , [kind 2] en [kind 4] de nalatenschap zuiver aanvaard en heeft [kind 3] de nalatenschap beneficiair aanvaard.
2.3.
Verder blijkt uit de verklaring van erfrecht dat [kind 1] en [kind 2] aan [kind 4] volmacht hebben gegeven om de nalatenschap af te wikkelen en dat [kind 3] aan [verzoeker 1] volmacht heeft gegeven om de nalatenschap af te wikkelen.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekers vragen ontheffing van de verplichting om de boedelbeschrijving van de nalatenschap van erflater ter inzage neer te leggen. Zij leggen hieraan ten grondslag dat de nalatenschap een positief saldo kent en dat er geen schuldeisers zijn aangetroffen.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzoek is ingediend namens de gezamenlijke erfgenamen van erflater. Als gevolg van de beneficiaire aanvaarding door [kind 3] zijn zij ieder vereffenaar van de nalatenschap en zijn de voorschriften inzake de wettelijke vereffening van toepassing, waaronder het opmaken en ter inzage leggen van een boedelbeschrijving.
4.2.
De kantonrechter zal de gezamenlijke erfgenamen ontheffen van de op hen rustende verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen. Redengevend is de (ruimschoots) positieve samenstelling van de nalatenschap en het feit dat uit de overgelegde bankafschriften blijkt dat de reguliere nota’s zijn betaald uit de nalatenschap en dat er een (ruimschoots) positief saldo overblijft. Verder is betrokken dat er geen andere schulden bekend zijn, behoudens de factuur van de notaris voor de verklaring van erfrecht, die uit de baten van de nalatenschap kan worden voldaan.
4.3.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om de gezamenlijke erfgenamen nadere aanwijzingen te geven als bedoeld in artikel 4:210 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) of om de vereffening te verzwaren op grond van artikel 4:221 lid 1 BW.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verleent verzoeker ontheffing van de verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter