ECLI:NL:RBNHO:2022:2262

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 maart 2022
Publicatiedatum
16 maart 2022
Zaaknummer
C/15/316931 / HA ZA 21-306
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over toepasselijkheid van storttarieven voor asbest en prijsafspraak tussen asbestverwijderingsbedrijf en afvalverwerkingsbedrijf

In deze civiele zaak tussen Asbestzorg Holland B.V. en Afvalzorg Deponie B.V. gaat het om de vraag of de door Afvalzorg in een mailing genoemde storttarieven voor asbest ook van toepassing zijn op met asbest verontreinigd nat papier dat door Asbestzorg is gestort. Asbestzorg heeft zich ingeschreven op een aanbesteding voor het afvoeren van dit materiaal en ging uit van de in de mailing genoemde tarieven. Afvalzorg stelt echter dat deze tarieven alleen gelden voor selectief verwijderd asbest en niet voor ander materiaal, zoals het verontreinigde papier. De rechtbank oordeelt dat Asbestzorg niet gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de tarieven uit de mailing, omdat deze niet van toepassing zijn op het gestorte materiaal. Daarnaast wordt vastgesteld dat partijen uiteindelijk een prijsafspraak hebben gemaakt van € 102,50 per ton, die Asbestzorg heeft geaccepteerd door het materiaal te storten en de facturen te betalen. De vorderingen van Asbestzorg worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/316931 / HA ZA 21-306
Vonnis van 16 maart 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ASBESTZORG HOLLAND B.V.,
gevestigd te Naaldwijk,
eiseres,
advocaat mr. P.W.M. Huisman en mr. L.I. Velthuijsen te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AFVALZORG DEPONIE B.V.,
gevestigd te Haarlem,
gedaagde,
advocaat mr. S.L. Boersen te Amsterdam.
Partijen worden hierna Asbestzorg en Afvalzorg genoemd.
De zaak in het kort
1.1. Asbestzorg houdt zich bezig met het verwijderen en afvoeren van asbesthoudende materialen en maakt voor de uitvoering van haar werkzaamheden al jaren gebruik van de stortlocaties van Afvalzorg. Afvalzorg stuurt jaarlijks een mailing naar haar klanten waarin zij hen informeert over onder andere de geldende storttarieven voor asbest voor het komende jaar. Asbestzorg heeft zich begin januari 2020 ingeschreven op een aanbesteding voor het afvoeren van een grote hoeveelheid nat papier dat door brand verontreinigd was geraakt met asbestdeeltjes. Bij die inschrijving is Asbestzorg uitgegaan van de in de mailing genoemde storttarieven. Partijen zijn het oneens over de vraag of de hierin genoemde tarieven ook van toepassing zijn op het door Asbestzorg gestorte materiaal en over de vraag of partijen een prijsafspraak hebben gemaakt waaraan Asbestzorg gehouden kan worden.
De rechtbank is van oordeel dat de storttarieven voor asbest die Afvalzorg in haar mailing heeft opgenomen niet zien op met asbestdeeltjes verontreinigd geraakt nat papier, zodat Asbestzorg niet van de in de mailing genoemde tarieven mocht uitgaan. Ook is de rechtbank van oordeel dat partijen (uiteindelijk) een prijsafspraak hebben gemaakt van € 102,50 per ton gestort materiaal, omdat Afvalzorg er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat Asbestzorg daarmee akkoord was. Asbestzorg heeft de facturen van Afvalzorg betaald, waarbij het tarief van € 102,50 per ton in rekening is gebracht. Asbestzorg heeft geen recht op terugbetaling van een deel daarvan. De vorderingen van Asbestzorg worden afgewezen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 december 2021 waarin de mondelinge behandeling is bepaald en de daarin genoemde stukken,
- de spreekaantekeningen van Asbestzorg,
- de spreekaantekeningen van Afvalzorg,
- de mondelinge behandeling van 11 februari 2022 en de daarvan door de griffier bijgehouden aantekeningen.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.Feiten

2.1.
Afvalzorg is een afvalverwerkingsbedrijf dat zich onder meer bezighoudt met de opslag, recycling en storten van afval.
2.2.
Asbestzorg is een asbestverwijderingsbedrijf dat zich sinds 1992 bezighoudt met het verwijderen en afvoeren van asbesthoudende materialen. Asbestzorg maakt in het kader van asbestverwijdering sinds 2014 gebruik van de diensten van Afvalzorg.
2.3.
Afvalzorg stuurt jaarlijks per e-mail een overzicht waarin zij haar vaste klanten informeert over onder meer de storttarieven van asbest voor het komende jaar.
2.4.
In november 2019 heeft Afvalzorg het overzicht getiteld “
Tariefverhoging asbest” naar Asbestzorg gemaild. Voor zover relevant vermeldt het overzicht het volgende:

Hierbij informeren wij u over onze nieuwe storttarieven voor asbest in 2020, het aanleveren van asbeststromen en de mogelijkheid om digitaal te rijden.
Nieuwe storttarieven asbest 2020
(…)Met ingang van 1 januari 2020 bedraagt uw nieuwe tarief op de locaties Nauerna en Zeeasterweg € 90,-- per ton en op locatie Wieringermeer € 80,-- per ton. In het geval er zich ontwikkelingen voordoen waarbij wij genoodzaakt zijn deze tarieven gedurende het jaar aan te moeten passen, wordt u tijdig door ons op de hoogte gesteld. (…)
2.5.
Begin januari 2020 heeft Asbestzorg zich ingeschreven op een aanbesteding waarbij in opdracht van sloopbedrijf [bedrijf] B.V. een grote partij met asbest verontreinigd materiaal afkomstig van een brand verwijderd diende te worden. Asbestzorg heeft daarbij de door Afvalzorg gemailde storttarieven van € 90,00 per ton, respectievelijk
€ 80,00 per ton voor asbest 2020 aangehouden. De inschrijving voor de aanbesteding sloot op 8 januari 2020 om 12:00 uur.
2.6.
In de periode 6 januari – 8 januari 2020 vindt e-mailwisseling tussen partijen plaats over de prijs van het te storten materiaal. Hieronder volgen de voor deze procedure relevante fragmenten uit die correspondentie.
6 januari 2020, 12:38 uur Asbestzorg: “
Ik had een vraag ik moet een prijs opgeven van een brandschade waar ongeveer 3000 ton asbesthoudend materiaal vanaf komt.Kan ik daar nog een speciaal tarief voor krijgen.
7 januari 2020, 9:07 uur Afvalzorg: “
Om wat voor materiaal gaat het?
7 januari 2020, 9:46 uur Asbestzorg: “
Het gaat hoofdzakelijk over nat papier en isolatie wat vermengd is met stukjes asbesthoudend plaatmateriaal.
7 januari 2020, 10:05 uur Afvalzorg: “
Oei, dat kan wel eens lastig voor ons worden. Heb je een inventarisatierapport/foto’s?
7 januari 2020, 10:08 uur: Asbestzorg mailt het inventarisatierapport.
8 januari 2020, 14:03 uur Afvalzorg: “
We kunnen dit in eerste instantie wel op onze stortplaats Wieringermeer ontvangen. Eventueel zal uitgeweken moeten worden naar onze stortlocatie te Lelystad. Nauerna is vanwege de beperkte directe voorhanden zijnde stortruimte helaas niet mogelijk.Stortkosten zijn € 115,-- per ton, excl. WBM. Steekvast en stankvrij verpakt conform asbestvoorschriften aanleveren.
8 januari 2020, 14:33 uur Asbestzorg: “
Dus dat betekend dat ik nu juist meer moet gaan betalen als normaal dat vind ik wel heel vreemd.
2.7.
Vanaf 22 januari 2020 stort Asbestzorg grote hoeveelheden met asbest verontreinigd materiaal op de stortlocaties van Afvalzorg.
2.8.
In de periode 6 februari – 10 februari 2020 vindt e-mailwisseling tussen partijen plaats. Hieronder volgende de voor deze procedure relevante fragmenten uit die correspondentie.
6 februari 2020 Asbestzorg: “
Ik heb vanmiddag de eerste rekeningen binnen gehad met het hoge tarief waar ik toch wel van geschrokken bent. Ik had je vanmiddag al uitgelegd dat wij het uit gesorteerd hebben zodat het gewoon als normaal gestort kon worden. Ik begreep ook van de chauffeurs dat er geen extra voorzieningen zijn getroffen op de stortplaats. Ik hoop dat je het toch nog even tegen het licht wilt houden en tot een andere afweging komt, ik heb anders een fors verlies op dit werk.
7 februari 2020 Afvalzorg: “
Bij ons was tot gister niet bekend dat jullie het materiaal aan het uitsorteren waren. De facturen stonden al klaar. Uiteindelijk weten wij natuurlijk niet in hoeverre het nu selectief verwijderd asbest betrof.Je hebt ook een stuk minder gestort dus de kosten zijn ook minder. Je hebt ook op Nauerna geleverd terwijl we daar juist een ernstig tekort aan stortcapaciteit hebben.Ik wil je wel tegemoet komen en € 102,50/ton aanbieden voor deze partij.
7 februari 2020 Asbestzorg: “
Bedankt dat je voor ons wat wil doen, ik krijg alleen nu door dat er toch nog meer asbest vanaf komt als dat wij ingeschat houden.Als wij de rest nu naar Wieringermeer rijden zou ik het dan voor het normale tarief mogen storten.” En voegt daaraan toe in een direct opvolgende e-mail: “
En naar Lelystad rijden is dat een optie.
7 februari 2020 Afvalzorg: “
Ok dat veranderd de zaak weer. Om hoeveel gaat het nog?
7 februari 2020 Asbestzorg: “
Ik denk nog 500 ton
10 februari 2020 Afvalzorg: “
Lelystad zou kunnen, maar ik moet het dan wel op
€ 102,50 houden.
2.9.
In de periode 10 – 14 februari 2020 stort Asbestzorg opnieuw grote hoeveelheden met asbest verontreinigd materiaal op de stortlocatie van Afvalzorg.
2.10.
Bij e-mail van 14 februari 2020 schrijft Asbestzorg aan Afvalzorg:

Ik krijg nu een factuur weer van de Wieringermeer van € 115, de ton. We hadden nu toch
€ 102,50, de ton afgesproken.
2.11.
Afvalzorg heeft vervolgens het tarief op de facturen aangepast naar een bedrag van € 102,50 per ton.
2.12.
Asbestzorg heeft in de periode vanaf 17 februari tot en met 24 februari 2020 nog grote hoeveelheden met asbest verontreinigd materiaal gestort op de stortlocatie van Afvalzorg. Asbestzorg heeft in totaal 3928,82 ton met asbest verontreinigd materiaal gestort.
2.13.
Bij e-mails van 5 en 11 maart 2020 heeft Asbestzorg aan Afvalzorg laten weten dat haar opdrachtgever, [bedrijf] B.V., niet bereid is om de extra stortkosten op zich te nemen. Asbestzorg verzoekt daarom nogmaals om aanpassing van de storttarieven.
2.14.
Afvalzorg heeft in totaal € 402.704,05 in rekening gebracht bij Asbestzorg. Asbestzorg heeft dit bedrag aan Afvalzorg betaald.

3.Het geschil

3.1.
Asbestzorg vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Voor recht verklaart dat Afvalzorg toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de door haar gedane prijstoezeggingen, althans dat Afvalzorg onrechtmatig heeft gehandeld door de prijstoezeggingen niet na te komen,
II. Afvalzorg veroordeelt tot betaling aan Asbestzorg van € 73.214,05, te vermeerderen met de daarover verschuldigde wettelijke (handels)rente,
III. Afvalzorg veroordeelt tot betaling aan Asbestzorg van € 1.507,14 aan buitengerechtelijke incassokosten,
IV. Afvalzorg veroordeelt tot betaling van de proces- en nakosten.
3.2.
Asbestzorg legt aan haar vorderingen – samengevat – ten grondslag dat Afvalzorg toerekenbaar tekortkomt in de nakoming van de prijstoezeggingen die zij heeft gedaan in de mailing die Afvalzorg jaarlijks naar haar vaste klanten stuurt, althans dat Afvalzorg onrechtmatig heeft gehandeld jegens Asbestzorg door die prijstoezeggingen niet na te komen. Afvalzorg dient daarom de schade, die volgens Asbestzorg neerkomt op het verschil tussen het door haar betaalde bedrag en het bedrag dat zij verschuldigd zou zijn geweest als Afvalzorg de prijstoezeggingen wel was nagekomen, te vergoeden. Subsidiair stelt Asbestzorg dat de schriftelijke mededeling van Afvalzorg omtrent de storttarieven misleidend is, omdat het overzicht niet vermeldt dat de opgenomen tarieven niet van toepassing zijn op de andere categorieën asbesthoudend afval, aldus Asbestzorg. En ten slotte is het volgens Asbestzorg in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Asbestzorg een tarief van € 102,50 zou moeten betalen en had Afvalzorg slechts het vooraf aangekondigde tarief van € 80,- en
€ 90,-in rekening mogen brengen.
3.3.
Afvalzorg betwist de vorderingen met de conclusie dat deze moeten worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank zal hieronder eerst ingaan op de vraag of Asbestzorg mocht uitgaan van de vooraf door Afvalzorg toegestuurde storttarieven voor asbest. Vervolgens zal de rechtbank bespreken of partijen een prijsafspraak hebben gemaakt waaraan Asbestzorg al dan niet aan gebonden is. Ten slotte zal de rechtbank stilstaan bij de vraag of Afvalzorg verplicht is een bedrag aan Asbestzorg terug te betalen.
4.2.
Bij de beoordeling van de genoemde vragen, staat het volgende voorop. Partijen zijn het erover eens dat het door Asbestzorg ter stort aangeboden materiaal waarop de discussie ziet, geen asbest betrof, maar hoofdzakelijk een grote hoeveelheid nat papier dat na brand met asbest verontreinigd was. In het asbestinventarisatierapport dat Asbestzorg in haar e-mail van 7 januari 2020 naar Afvalzorg heeft gestuurd, staat dat het materiaal grotendeels uit nat papier bestaat met een volume van circa 3.000m3 dat door brand met asbestdeeltjes uit het dak van de loods van circa 1.400m2 verontreinigd was geraakt.
Mocht Asbestzorg uitgaan van de storttarieven van € 90,00, respectievelijk € 80,00 per ton?
4.3.
Asbestzorg verwijdert al jaren asbesthoudende materialen. Zij heeft op de mondelinge behandeling van de zaak toegelicht dat zij zich voornamelijk bezighoudt met het verwijderen en afvoeren van bouwmaterialen waarin asbestvezels zijn verwerkt, het zogenoemde: ‘selectief verwijderd asbest’ ook wel: ‘asbest’. Omdat Asbestzorg voor het afvoeren van deze materialen al sinds 2014 gebruik maakt van de stortlocaties van Afvalzorg, ontvangt Asbestzorg ieder jaar een mailing waarin Afvalzorg haar vaste klanten onder andere informeert over de geldende storttarieven van asbest voor het komende jaar. Asbestzorg is bij het inschrijven op een aanbesteding ervan uitgegaan dat zij deze tarieven van € 90,00, respectievelijk € 80,00 per ton asbest kon aanhouden voor het opruimen van een na brand met asbest verontreinigd grote hoeveelheid nat papier. Omdat het om een grote hoeveelheid ging, hoopte Asbestzorg op een korting. Om die reden vroeg zij om een speciaal tarief in haar e-mail van 6 januari 2020 aan Afvalzorg. Asbestzorg betwist dat voor haar duidelijk had moeten zijn dat de gemailde tarieven niet van toepassing zijn op het na brand met asbest verontreinigd materiaal en vindt de mailing misleidend, omdat daarin niet is opgenomen dat de genoemde tarieven alleen gelden voor de categorie selectief verwijderd asbest.
4.4.
Afvalzorg wijst erop dat zij drie afvalstromen onderscheidt en dit ook op haar website duidelijk maakt, te weten: (i) selectief verwijderd asbest, (ii) asbesthoudende grond en puin en (iii) asbestverontreinigd bouw- en sloopmateriaal. De gemailde storttarieven gelden alleen voor de eerste categorie (kortweg: ‘asbest’) en niet voor ander materiaal, zoals papier dat na brand met asbestdeeltjes verontreinigd is geraakt. Dat valt in de derde categorie ‘asbestverontreinigd bouw- en sloopmateriaal’, zoals ook te lezen valt op haar website. Voor dat materiaal moet altijd per geval een tarief worden bepaald afhankelijk van de omvang, kwaliteit en samenstelling van de partij en ook dit staat ook op haar website vermeld. Afvalzorg heeft uitgelegd dat voor organisch materiaal, zoals nat papier, extra kostbare beheermaatregelen op de stortlocaties noodzakelijk zijn om de risico’s van stortgassen die bij de afbraakprocessen van organisch materiaal vrijkomen te voorkomen en te beperken. Daarom geldt voor organisch materiaal dat met asbest vervuild is een hoger storttarief dan voor selectief verwijderd asbest.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat Asbestzorg er niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat dat de genoemde tarieven in de mailing van Afvalzorg ook zagen op het na brand met asbest verontreinigd materiaal dat Asbestzorg heeft gestort en Afvalzorg hoefde uit de door Asbestzorg gestuurde e-mails niet te begrijpen dat Asbestzorg uitging van het tegendeel. De rechtbank licht dit toe.
4.6.
De mailing die in november 2019 door Asbestzorg is ontvangen, zie punt 2.4, geeft informatie over een drietal onderwerpen: de nieuwe storttarieven voor asbest, het aanleveren van asbeststromen en de mogelijkheid om digitaal te rijden. In de mailing worden geen prijzen genoemd voor asbestverontreinigd bouw- en sloopmateriaal, maar alleen voor asbest. Als gespecialiseerd bedrijf had Asbestzorg uit de benaming ‘asbest’ moeten begrijpen dat het hierbij ging om de categorie ‘selectief verwijderd materiaal’ en dat hieronder niet valt materiaal dat niet bestaat uit asbest maar daarmee is verontreinigd (in dit geval: het papier dat na brand met asbest was verontreinigd). Hierbij is van misleiding aan de zijde van Afvalzorg geen sprake.
4.7.
In haar eerste e-mail van 6 januari 2020 vraagt Asbestzorg weliswaar om een speciaal tarief, maar Afvalzorg hoefde hieruit niet te begrijpen dat Asbestzorg daarmee vroeg om een korting op de in de mailing genoemde tarieven (en dus dat Asbestzorg dacht dat deze tarieven van toepassing waren).
Hebben partijen een prijsafspraak gemaakt?
4.8.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben partijen vervolgens een tarief van
€ 102,50 per ton afgesproken, nadat Asbestzorg voorafgaand aan deze tariefafspraak in haar recht stond om het tarief van € 115,- per ton in rekening te brengen. Het volgende is daarvoor redengevend.
4.9.
Vast staat dat Asbestzorg per e-mail van 6 januari 2020 om een speciaal (stort)tarief vroeg voor ongeveer 3000 ton met asbestverontreinigd nat papier, dat afkomstig was van een brand. Afvalzorg informeerde vervolgens op 7 januari 2020 naar de aard en herkomst van dit materiaal en gaf op 8 januari 2020 een tarief van € 115,- per ton aan Asbestzorg door. Asbestzorg heeft daarop nog gereageerd dat zij het vreemd vond nu juist meer te moeten betalen dan het gebruikelijke tarief, maar is vervolgens zonder verder bezwaar en/of voorbehoud gestart met het storten van de eerste ladingen materiaal. Hieruit mocht Afvalzorg begrijpen dat het door haar genoemde tarief van € 115,- was geaccepteerd door Asbestzorg.
4.10.
Asbestzorg heeft erop gewezen dat zij geen andere keus had en het materiaal wel moest storten op de stortlocaties van Afvalzorg. Asbestzorg kreeg pas na de sluiting van de inschrijftermijn van de aanbesteding het tarief van Afvalzorg door, zodat Asbestzorg zich niet meer kon terugtrekken en zich al had verplicht om het met asbest verontreinigde materiaal te verwijderen en af te voeren. Daarbij kon Asbestzorg ook niet terecht op andere stortplaatsen, omdat de benodigde stortcapaciteit niet toereikend was, aldus Asbestzorg. Onder deze omstandigheden kan het volgens Asbestzorg niet zo zijn dat Afvalzorg vasthoudt aan het hogere tarief. De rechtbank volgt Asbestzorg hierin niet. Het zijn omstandigheden die voor rekening en risico van Afvalzorg moeten blijven. Dat zou anders kunnen zijn als Afvalzorg wist dat zij tijdig het tarief moest doorgeven, in verband met de inschrijving op de aanbesteding, maar dat zonder goede reden niet heeft gedaan. Maar daarvan is geen sprake. Uit de tussen partijen gevoerde e-mailcorrespondentie blijkt immers niet dat Asbestzorg Afvalzorg erop heeft gewezen dat zij uiterlijk op 8 januari 2020 om 12:00 uur uitsluitsel over het tarief moest hebben, zodat de sluiting van de inschrijftermijn Afvalzorg niet bekend was. Dat de prijsopgaaf die Afvalzorg op 8 januari 2020 om 14:03 uur heeft gedaan, net na deze sluitingstermijn viel, valt Afvalzorg dan ook niet te verwijten en wijzigt hetgeen is overwogen in punt 4.9 niet.
4.11.
Nadien zijn partijen een tariefverlaging overeengekomen, te weten een bedrag van € 102,50. Dit blijkt uit de volgende gang van zaken.
4.12.
Op 6 februari 2020 hervat Asbestzorg, nadat zij al meer dan 1.500 ton had gestort en daarvoor de eerste facturen had ontvangen, het e-mailcontact met Afvalzorg. Asbestzorg schrijft geschrokken te zijn van het hoge gefactureerde bedrag en vraagt of Afvalzorg alsnog het tarief wil verlagen, omdat zij nu ook extra moeite heeft gedaan om het materiaal te sorteren zodat het materiaal als selectief verwijderd asbest gestort kon worden. Afvalzorg stelt als reactie daarop een tarief van € 102,50 per ton voor. Asbestzorg vraagt daarop of het normale tarief gehanteerd kan worden. Nadat Asbestzorg aangaf dat er nog meer materiaal gestort moest worden, houdt Afvalzorg in haar laatste e-mail van 10 februari 2020 vast aan een tarief van € 102,50 per ton. Het e-mailcontact tussen partijen stopt na die laatste e-mail van Afvalzorg op 10 februari 2020 en een dag later vangt Asbestzorg weer aan met de stort van grote hoeveelheden materiaal. Op 14 februari 2020 e-mailt Asbestzorg vervolgens: “
Ik krijg nu weer een factuur (…) van € 115, de ton. We hadden nu toch € 102,50, de ton afgesproken”. Afvalzorg heeft daarop het tarief op de facturen gewijzigd naar het verlaagde tarief en Asbestzorg heeft deze facturen betaald.
4.13.
Uit deze gang van zaken blijkt dat partijen op verzoek van Asbestzorg onderhandeld hebben over een verlaging van het door Afvalzorg in rekening gebrachte tarief van € 115,- per ton. Nadat Afvalzorg aanbood een tarief van € 102,50 per ton te hanteren, kwam Asbestzorg met een tegenvoorstel. Dat tegenvoorstel is niet door Afvalzorg geaccepteerd: omdat er nog meer materiaal gestort zou gaan worden, was het voor haar niet mogelijk om een lager voorstel te doen dan € 102,50 per ton, zo gaf zij aan. Dat aanbod is vervolgens geaccepteerd, althans Afvalzorg mocht er gerechtvaardigd op vertrouwen dat dit het geval was, omdat Asbestzorg niet meer heeft gereageerd op het in de e-mail door Afvalzorg genoemde tarief en Asbestzorg de stort van het materiaal een dag later zonder verder bezwaar of voorbehoud weer heeft opgestart. Aan dit gerechtvaardigd vertrouwen draagt de e-mail van 14 februari 2020 bij, want daaruit blijkt dat ook Asbestzorg het tarief van € 102,50 per ton als een afspraak zag. Bovendien heeft Asbestzorg in de periode van 11 februari tot en met 24 februari 2020 grote hoeveelheden materiaal gestort op de stortlocatie van Afvalzorg en heeft Asbestzorg alle facturen waarbij het tarief van € 102,50 per ton in rekening werd gebracht, zonder protest betaald. Uit al deze handelingen kan dan ook niet worden geconcludeerd dat Asbestzorg het niet eens was met de betaling van het in rekening gebrachte tarief van € 102,50 per ton, maar daaruit volgt juist het tegenovergestelde. Afvalzorg mocht er dan ook gerechtvaardigd op vertrouwen dat partijen een wilsovereenstemming hadden bereikt ten aanzien van het (verlaagde) tarief van € 102,50 per ton. Asbestzorg is daarom gebonden aan de gemaakte prijsafspraak van € 102,50 per ton.
Dient Afvalzorg het bedrag van € 73.214,05 aan Asbestzorg terug te betalen?
4.14.
Gelet op het voorgaande is de conclusie dat Asbestzorg er niet vanuit mocht gaan dat de door Afvalzorg genoemde tarieven voor asbest van € 90,00, respectievelijk € 80,00 per ton van toepassing zouden zijn op organisch materiaal (nat papier) dat na brand verontreinigd was geraakt met asbestdeeltjes en dat partijen (uiteindelijk) een prijsafspraak hebben gemaakt van € 102,50 per ton gestort materiaal, waaraan Asbestzorg gebonden is. Afvalzorg heeft op basis van die afspraak een totaalbedrag van € 402.704,05 in rekening gebracht en Asbestzorg heeft dit bedrag volledig betaald. Er bestaat dan ook geen grond voor terugbetaling door Afvalzorg van het, volgens Asbestzorg, teveel door haar betaalde bedrag. Dat Asbestzorg tegenover haar opdrachtgever gebonden was aan de tarieven zoals genoemd in de mailing van Asbestzorg, blijft voor rekening en risico van Asbestzorg. Daar staat Afvalzorg verder buiten. Afvalzorg was niet verplicht in maart 2020, nadat alle stortingen al waren gedaan, in te gaan op het verzoek van Asbestzorg om alsnog akkoord te gaan met een lager tarief. Evenmin zijn er omstandigheden aanwezig die maken dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om het overeengekomen tarief van € 102,50 aan te houden. Die hoge drempel van onaanvaardbaarheid wordt niet gehaald. De vorderingen van Asbestzorg zullen daarom worden afgewezen.
Proceskosten
4.15.
Asbestzorg zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Afvalzorg worden begroot op:
- griffierecht 2076,00
- salaris advocaat
2.228,00(2 punten × tarief IV)
Totaal € 4.304,00
De gevorderde rente over de proceskosten worden toegewezen, als hierna vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Asbestzorg in de proceskosten, aan de zijde van Afvalzorg tot op heden begroot op € 4.304,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.K. Korteweg en in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2022.