Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[verweerder 1]
[verweerder 2]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] betreffende de nalatenschap van [erflater]. [Verzoekster] heeft verzocht om een termijn te stellen voor [verweerder 1] en [verweerder 2] om te beslissen over de aanvaarding of verwerping van de nalatenschap. De erfgenamen hebben tot op heden geen keuze gemaakt, ondanks herhaalde verzoeken van [verzoekster]. Tijdens de zitting op 21 december 2021 hebben de partijen hun standpunten toegelicht, waarbij [verweerder 1] en [verweerder 2] aangaven dat zij eerst een gesprek met [verzoekster] willen aangaan om afspraken te maken over de afwikkeling van de nalatenschap.
De kantonrechter heeft overwogen dat het op verzoek van een belanghebbende mogelijk is om een erfgenaam een termijn te stellen voor het aanvaarden of verwerpen van de nalatenschap. [Verzoekster] is op grond van het testament van [erflater] vruchtgebruiker van de woning, die aan [verweerder 1] en [verweerder 2] is toebedeeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende grond is om een termijn te stellen, aangezien de partijen er niet in slagen om tot een gesprek te komen. De kantonrechter heeft de termijn vastgesteld op één maand, ingaande op het moment dat de beschikking aan de erfgenamen is betekend en ingeschreven in het boedelregister.
De beslissing houdt in dat als de erfgenamen de termijn laten verstrijken zonder een keuze te maken, zij geacht worden de nalatenschap zuiver te aanvaarden. Tevens is bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. J.S. Reid in aanwezigheid van de griffier.