ECLI:NL:RBNHO:2022:2385
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Benoeming bijzondere curator en wijziging zorgregeling in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 maart 2022 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, waarbij de vrouw de echtscheiding heeft verzocht. De rechtbank heeft een bijzondere curator benoemd, omdat uit gesprekken met de minderjarige kinderen is gebleken dat zij het niet eens zijn met de zorgregeling in het ouderschapsplan. De moeder heeft haar verzoek met betrekking tot de zorgregeling en de hoofdverblijfplaats van de kinderen gewijzigd naar aanleiding van het advies van de bijzondere curator. De rechtbank heeft de gewijzigde verzoeken toegewezen.
De procedure begon met een verzoekschrift van de vrouw, ingediend op 25 oktober 2021. De man heeft geen verweerschrift ingediend. De minderjarige kinderen hebben hun mening kenbaar gemaakt in een gesprek met de kinderrechter op 14 januari 2022. De bijzondere curator heeft een verslag ingediend, dat is aangepast na de mondelinge behandeling op 10 maart 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding en de zorgregeling.
De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [de minderjarige 1] bij de man zal zijn en die van [de minderjarige 2] bij de vrouw. Tevens is bepaald dat de man huurder zal zijn van de woning. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de werkzaamheden van de bijzondere curator zijn beëindigd. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.