In deze zaak heeft [eiser], h.o.d.n. [bedrijfsnaam 1], een overeenkomst gesloten met een opdrachtgeefster voor renovatiewerkzaamheden aan haar woning, waaronder het wrappen van de keuken. Dit laatste heeft hij uitbesteed aan [gedaagde], h.o.d.n. [bedrijfsnaam 2]. Na uitvoering van de werkzaamheden heeft de opdrachtgeefster geklaagd over de kwaliteit van het wrappen, waarna [eiser] [gedaagde] heeft ingelicht. Bij een bezoek voor herstelwerkzaamheden bleek dat [gedaagde] de folie al had verwijderd, wat leidde tot een geschil over de schadevergoeding. [eiser] vorderde schadevergoeding van [gedaagde] wegens tekortkoming in de uitvoering, maar deze vordering werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] niet in verzuim was, omdat [eiser] zelf in verzuim was door de klant niet in de gelegenheid te stellen de gebreken te herstellen. De kantonrechter heeft [eiser] veroordeeld tot betaling van het openstaande deel van de factuur van [gedaagde] en de proceskosten. De tegenvordering van [gedaagde] werd toegewezen, waarbij [eiser] ook werd veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten.