ECLI:NL:RBNHO:2022:2596

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 maart 2022
Publicatiedatum
25 maart 2022
Zaaknummer
C/15/326087 / FA RK 22-1177
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking zorgmachtiging en wilsbekwaamheid in het kader van verplichte zorg

Op 23 maart 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een tussenbeschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedatum] en wonende te [plaats]. De officier van justitie had op 10 maart 2022 een verzoekschrift ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 maart 2022 heeft betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. F. Westenberg, haar verzet tegen de diagnose van de onafhankelijke psychiater geuit en verzocht om een contra-expertise. Betrokkene ervaart ernstige bijwerkingen van de medicatie, wat haar kwaliteit van leven aantast, en zij heeft aangegeven geen verplichte zorg te willen accepteren.

De psychiater die ter zitting aanwezig was, heeft verklaard dat het onderzoek door de onafhankelijke psychiater zorgvuldig is uitgevoerd, maar dat de omstandigheden waaronder dit onderzoek heeft plaatsgevonden niet volledig duidelijk zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat er behoefte is aan nader onderzoek door een onafhankelijke psychiater, vooral omdat betrokkene haar wilsbekwaamheid terzake van de voorgestelde verplichte zorg betwist. De rechtbank heeft besloten de behandeling van het verzoek aan te houden en de beslistermijn voor de zorgmachtiging met drie weken te verlengen, tot 21 april 2022.

De rechtbank heeft de onafhankelijke psychiater de opdracht gegeven om een contra-expertise uit te voeren, waarbij betrokkene fysiek aanwezig moet zijn. De rechtbank heeft de stukken ter beschikking gesteld aan de deskundige en verwacht dat betrokkene medewerking verleent aan het onderzoek. Deze beschikking is gegeven door mr. L. van Dijk, rechter, en is openbaar uitgesproken op 25 maart 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Tussenbeschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/326087 / FA RK 22-1177
beschikking van de enkelvoudige kamer van 23 maart 2022,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] ,
wonende te [plaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. F. Westenberg, gevestigd te Hoorn.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 maart 2022, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 1 maart 2022;
  • het zorgplan van 3 maart 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 7 maart 2022;
  • de politiemutatie van betrokkene van 19 oktober 2021.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 maart 2022, op de locatie GGZ Noord-Holland-Noord Hoorn.
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [psychiater] , psychiater.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Standpunten

2.1.
Betrokkene betwist de door de onafhankelijke psychiater vastgestelde diagnose en verzoekt een contra-expertise ten aanzien van de diagnose en de eventueel daarbij passende behandeling. Voor wat betreft dat laatste wil betrokkene de effectiviteit van de behandeling kunnen (laten) beoordelen. Zij ondervindt veel last van de medicatie (vermoeidheid, diarree en veel plassen) en dat doet ernstig afbreuk aan haar kwaliteit van leven.
Daarnaast heeft de advocaat aangegeven dat de beoordeling heeft plaatsgevonden via beeldbellen, waarbij de verbinding via de tablet aanvankelijk slecht was en er uiteindelijk via een mobiele telefoon met beeldverbinding een beoordeling heeft plaatsgevonden. Betrokkene heeft hem verteld dat er heel weinig tijd was voor die beoordeling.
De advocaat heeft verder aangegeven dat betrokkene een weloverwogen keuze maakt om geen verplichte zorg te accepteren. Die keuze dient te worden gerespecteerd. Uit het dossier blijkt niet of betrokkene al dan niet wilsbekwaam terzake van deze vormen van verplichte zorg wordt geacht.
Het voorgaande maakt dat de advocaat namens betrokkene verzoekt om een onafhankelijke deskundige te benoemen die omtrent het voorgaande rapport uitbrengt.
2.2.
De ter zitting aanwezige psychiater heeft verklaard dat er wel degelijk zorgvuldig onderzoek is verricht door de onafhankelijke psychiater en dat gezien de drukte in de GGZ een beoordeling via beeldbellen soms noodzakelijk is. Er wordt niet getwijfeld aan de diagnose en de noodzaak van medicatie. Betrokkene heeft geen ziektebesef of -inzicht. Zonder medicatie is onduidelijk hoe betrokkene zou kunnen worden behandeld en hoe het ernstig nadeel zou kunnen worden weggenomen. Een relatie tussen de medicatie en de bijwerkingen waarvan betrokkene melding maakt, is niet vastgesteld, maar de klachten van betrokkene worden uiteraard serieus genomen.
De psychiater wil graag dat er een beslissing wordt genomen en dat de behandeling van de zaak niet wordt aangehouden, temeer daar onduidelijk is of er op korte termijn een beoordeling in fysieke aanwezigheid van betrokkene en de onafhankelijke psychiater mogelijk is.

3.Beoordeling

3.1.
De rechtbank is van oordeel dat een nader onderzoek door een onafhankelijke psychiater noodzakelijk is, nu betrokkene de diagnose betwist en getwijfeld kan worden aan de zorgvuldigheid waarmee het onderzoek door de onafhankelijke psychiater heeft plaatsgevonden. Over de omstandigheden waaronder dat onderzoek heeft plaatsgevonden is geen nadere informatie terug te vinden in de medische verklaring. Bovendien wordt door betrokkene gesteld dat zij wilsbekwaam is terzake van de voorgenomen vormen van verplichte zorg en uit de medische verklaring kan niet worden afgeleid of betrokkene al dan niet wilsbekwaam terzake deze vormen van verplichte zorg wordt geacht.
3.2.
De rechtbank zal daarom een onafhankelijke psychiater de opdracht geven een contra-expertise ten aanzien van betrokkene uit te voeren en in afwachting van de resultaten van deze contra-expertise de voortzetting van de behandeling van het verzoek aanhouden, zoals hierna is bepaald. Conform het bepaalde in artikel 6:6 lid 2 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg zal de geldigheidsduur van de op 22 september 2021 verleende zorgmachtiging worden verlengd totdat op het huidige verzoek zal worden beslist.
4. Beslissing
De rechtbank:
- geeft aan
[onafhankelijk psychiater]als onafhankelijke psychiater
de opdracht om een contra-expertise uit te voerenten aanzien van betrokkene. Dit op basis van een gesprek in de fysieke aanwezigheid van betrokkene (dus niet via beeldbellen). Deze onafhankelijke psychiater wordt verzocht zich uit te laten over in ieder geval:
o de diagnose;
o de daarbij passende effectieve behandeling; en
o de wilsbekwaamheid van betrokkene terzake van de voorgestelde vormen van verplichte zorg.
De rechtbank zal de stukken daartoe aan de deskundige ter beschikking stellen.
Aan de deskundige wordt verzocht uiterlijk 6 april 2022te rapporteren. Van betrokkene wordt verwacht dat zij medewerking zal verlenen aan het door de deskundige te verrichten onderzoek;
- beslist conform het bepaalde in artikel 6:2 lid 4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg dat de beslistermijn ten aanzien van het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging met drie weken wordt verlengd, te weten tot 21 april 2022;
- houdt de voortzetting van de behandeling van het verzoek aan tot een nader te bepalen datum en tijdstip, in afwachting van de resultaten van voornoemd onderzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. van Dijk, rechter, in tegenwoordigheid van mr. D.A.C. Sinnige als griffier en in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.