Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Rest mij een vraag wat er bij de laatste schade waar de rechterkoplamp is gebleven. Deze functioneerde nog en wil ik wel terug hebben.”
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Autoschade [eiseres] b.v. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor betaling van een bedrag van € 150,00, dat als eigen risico is ontstaan na schadeherstel aan de auto van [gedaagde]. De vordering is ingesteld op 31 augustus 2021, waarna een procesverloop volgde met schriftelijke reacties van beide partijen. De kantonrechter heeft op 13 april 2022 uitspraak gedaan.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [gedaagde] was betrokken bij een aanrijding op 19 juni 2019 en heeft zijn auto aangeboden voor herstel bij Volvodealer [naam autodealer]. De herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd door [eiseres], die een schadecalculatie heeft opgesteld. Na goedkeuring van de factuur door de verzekeraar, bleef er een bedrag van € 150,00 aan eigen risico openstaan. Ondanks verzoeken om betaling heeft [gedaagde] dit bedrag niet voldaan.
[gedaagde] heeft in zijn verweer erkend dat hij het bedrag verschuldigd is, maar deed een beroep op opschorting, omdat hij de vervangen koplamp terug wilde hebben. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende samenhang is tussen de vordering en de verbintenis om opschorting toe te staan. De rechter heeft geconcludeerd dat [gedaagde] het openstaande bedrag dient te voldoen, en heeft de vordering van [eiseres] toegewezen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde].