ECLI:NL:RBNHO:2022:2761

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 maart 2022
Publicatiedatum
31 maart 2022
Zaaknummer
HAA 22/322
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening inzake geweigerde omgevingsvergunning voor Recreatiepark De Wielen in Sint Maarten

Op 31 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen Recreatiepark de Wielen B.V. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van de weigering van een omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen of veranderen van een uitrit van het recreatiepark. Het bestreden besluit, genomen op 19 november 2021, weigerde de gevraagde vergunning. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 17 maart 2022 zijn zowel verzoekster als verweerder vertegenwoordigd. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen sprake is van onverwijlde spoed die een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De verbouwingswerkzaamheden op het recreatiepark zijn inmiddels gestart en het bouwverkeer maakt gebruik van een andere uitrit. Verweerder heeft bovendien aangegeven dat de beslissing op het bezwaarschrift uiterlijk op 6 mei 2022 zal worden genomen, wat voor de start van het hoogseizoen is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/322

uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 maart 2022 in de zaak tussen

Recreatiepark de Wielen B.V., uit Sint Maarten, verzoekster

(gemachtigde: mr. K.V. Witte),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen, verweerder

(gemachtigde: G.A.M. Vriend).

Procesverloop

In het besluit van 19 november 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder geweigerd de gevraagde omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen dan wel veranderen van een uitrit waar het perceel van verzoekster aansluit op De Wielen (toegangsstraat vanaf de Dorpsstraat tussen nummer 52 en 52a naar het perceel van verzoekster) in Sint Maarten te verlenen.
Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 17 maart 2022 op zitting behandeld. Namens verzoekster zijn verschenen [naam 1] en [naam 2] , bijgestaan door de gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. De voorzieningenrechter is van oordeel dat geen sprake is van een situatie waarin onverwijlde spoed vereist dat een voorlopige voorziening moet worden getroffen.
Ter zitting is gebleken dat de verbouwingswerkzaamheden op het recreatiepark inmiddels zijn gestart en dat het bouwverkeer gebruik maakt van de uitrit aan de Killemerweg. Het bouwverkeer heeft geen (zwaarwegend) belang bij het openstellen van de uitrit aan de Dorpsstraat. Bovendien heeft verweerder ter zitting aangegeven dat de beslissing op het bezwaarschrift van verzoekster uiterlijk op 6 mei 2022 - en daarmee voor de start van het hoogseizoen - wordt genomen. Gelet op het karakter van de volledige heroverweging zal verweerder in deze beslissing in moeten gaan op de vraag of het verkeersprobleem op de Dorpsstraat zich daadwerkelijk verzet tegen het in gebruik nemen van de uitrit en daarbij op zijn minst het door verzoekster overgelegde rapport van [naam 3] B.V. van februari 2022 moeten betrekken.
3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing:

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.M. van Excel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 31 maart 2022.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.