ECLI:NL:RBNHO:2022:2763

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 maart 2022
Publicatiedatum
31 maart 2022
Zaaknummer
HAA 22/1095 en 22/1096
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening omgevingsvergunning voor het kappen van bomen in Den Helder

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het kappen van diverse bomen in het openbaar groen in Den Helder. Eisers, bewoners van een Tiny House, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder, dat op 29 oktober 2021 een vergunning verleende aan een derde-partij voor het kappen van verschillende bomen, waaronder schietwilgen, Zweedse meelbessen, een els en zilverlindes. Het college heeft het bezwaar van eisers tegen dit besluit ongegrond verklaard in een bestreden besluit van 25 februari 2022. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 17 maart 2022, waarbij eisers aanwezig waren en de verweerder vertegenwoordigd was door een gemachtigde. De derde-partij was niet aanwezig.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de belangen van de herinrichting van het gebied, dat noodzakelijk is voor de ontsluiting van de Tiny Houses, zwaarder wegen dan de belangen van eisers bij het behoud van de bomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kap van de els noodzakelijk is voor het maatschappelijke belang van de ontsluiting, ondanks de bezwaren van eisers over privacy en het ontbreken van noodzaak voor de aan te leggen weg. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen strijd is met het Europese Verdrag voor de bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) en dat de beroepsgronden van eisers niet slagen. Het beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 22/1095en 22/1096
uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 maart 2022 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[eiser 1] en [eiser 2] , uit [woonplaats] , eisers

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, verweerder
(gemachtigde: mr. S.A. Asghar).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
[derde partij] B.V., uit Den Helder

Procesverloop

In het besluit van 29 oktober 2021 (primair besluit) heeft verweerder een aan derde-partij een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van drie schietwilgen, twee Zweedse meelbessen, één els en drie zilverlindes in het openbaar groen ter hoogte van de percelen Eendrachtstraat 8 (twee schietwilgen), Leijloop 12 (één Zweedse meelbes), Texelstroomlaan 84A (één schietwilg en één Zweedse meelbes) en [perceel] (drie zilverlindes) en in het openbaar groen schuin tegenover [perceel] (één els) in Den Helder.
In het besluit van 25 februari 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 17 maart 2022 op zitting behandeld. Eisers zijn verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Derde-partij is niet verschenen.
Na de zitting hebben eisers aanvullende stukken gestuurd. Hierin ziet de rechtbank geen aanleiding om het onderzoek te heropenen. De aanvullende informatie is niet bij de beoordeling betrokken. De stukken blijven in het dossier bewaard.

Overwegingen

1. Na afloop van de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. De voorzieningenrechter doet daarom op grond van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.
2. Eisers zijn woonachtig in een Tiny House op het perceel [perceel] . Zij hebben enkel bezwaar tegen de kap van de vier bomen in de omgeving van hun perceel.
3. Verweerder heeft aan derde-partij een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van - voor zover van belang – drie zilverlindes en één els in het openbaar groen ter hoogte van het perceel [perceel] (drie zilverlindes) en in het openbaar groen schuin tegenover [perceel] (één els) in Den Helder. Aan dit besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat in het betreffende gebied een herinrichting gaat plaatsvinden zodat de Tiny Houses bereikbaar kunnen worden gemaakt. Door verweerder is gekeken hoe de herinrichting kan worden uitgevoerd zonder te veel bomen te kappen. Ondanks dat de bomen als waardevol worden beschouwd, wegen de belangen die zijn gediend met de herinrichting van het gebied zwaarder dan de belangen die zijn gediend met het behoud van de bomen. Verweerder heeft als voorschrift aan de vergunning een herplantplicht verbonden inhoudende dat tien iepen herplant moeten worden.
4. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage en maakt onderdeel uit van deze uitspraak.
5. De voorzieningenrechter stelt vast dat verweerder ter zitting heeft toegezegd dat de drie zilverlindes in het openbaar groen ter hoogte van het perceel van eisers niet worden gekapt. De beroepsgronden gericht tegen het kappen van de drie zilverlindes behoeven daarom geen bespreking meer.
6.1
In deze procedure ligt dan alleen nog de verleende omgevingsvergunning voor het kappen van de els voor. Een alternatieve route voor het aanleggen van de weg is in deze procedure niet aan de orde.
6.2
Eisers betogen dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat de kap van de els noodzakelijk is vanwege het maatschappelijke belang. Volgens verweerder moet de els worden gekapt om het gebied te ontsluiten, maar het gebied wordt al op drie manieren ontsloten. Er is dan ook geen nut en noodzaak voor de aan te leggen weg. Door het kappen van de els verdwijnt een deel van de privacy van eisers, omdat de inkijk vanuit de nabijgelegen flat zal toenemen. Verweerder heeft hier ten onrechte geen rekening mee gehouden en dit is in strijd met het Europese Verdrag voor de bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Ook heeft verweerder ten onrechte het door eisers aangedragen alternatief waarbij slechts één boom hoeft te worden gekapt niet onderzocht.
6.3
Verweerder stelt zich op het standpunt dat het maatschappelijk belang, te weten het bereikbaar maken van de Tiny Houses door middel van de ontsluiting van het gebied, in dit geval zwaarder weegt dan het (privacy)belang bij behoud van de els. Het door eisers aangedragen alternatief voor het bereikbaar maken van de Tiny Houses is niet afdoende.
6.4
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het belang van het aanleggen van de weg zwaarder weegt dan het (privacy)belang van eisers bij behoud van de els. Van strijd met het EVRM (naar de voorzieningenrechter aanneemt het recht op privéleven) is geen sprake nu het EVRM ruimte laat voor een belangenafweging. Het betoog slaagt niet.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Omdat het beroep ongegrond is, is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. van Excel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 31 maart 2022.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak voor zover daarbij is beslist op het beroep, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.
BIJLAGE
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Artikel 2.2
1. Voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:
g. houtopstand te vellen of te doen vellen,
Algemene plaatselijke verordening Den Helder 2019
Artikel 4:11
1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag de houtopstanden te vellen of te doen vellen.
3.In afwijking van artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd op grond van:
a. de natuurwaarde van de houtopstand;
b. de landschappelijke waarde van de houtopstand;
c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;
d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand;
e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;
f. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand;
g. de uitkomst van het beoordelingsformulier bomen.