Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 oktober 2021
- de akte met producties 27 t/m 38 van de zijde van [gedaagde] c.s.
- de brief met B8-formulier en vier aanvullende stukken van de zijde van [eiser]
- de akte van de zijde van [gedaagde] c.s.
2.De verdere beoordeling
- [gedaagde] c.s. moeten de boekhouding van de vof aan [eiser] verstrekken,
- partijen krijgen de gelegenheid om de financiële stukken (met daarop de waarde van de vermogensbestanddelen) van de vof in deze procedure te overleggen,
- de rechtbank zal vervolgens op basis van die stukken beoordelen of zij de verdeling kan vaststellen of dat een deskundige moet worden benoemd,
- partijen krijgen de gelegenheid om zich uit te laten over de wenselijkheid van een te benoemen deskundige.
- wij hadden afgesproken de winst/omzet op gelijke basis te verdelen.
- op een later moment gaf jij aan hier niet mee uit de voeten te kunnen en ook je bouwuren uitbetaald te willen hebben.
- jij coordineert de projecten als meewerkend voorman
- doelstelling is bij voelde gelijktijdige projecten dat jij meer focust op coordinatie ipv meewerkend voorman
- mijn taak was het aanbrengen van projecten
- verder zou ik ondersteunen bij optimalisatie en groei
- arbeid
- (…)’
3.De beslissing
4 mei 2022voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen is vermeld onder 2.11, waarna het schriftelijk debat tussen partijen in beginsel is geëindigd,