ECLI:NL:RBNHO:2022:2800
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling in een jeugdzorgzaak
In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 maart 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers om de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te verlengen. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld vanwege ernstige zorgen over de onveilige thuissituatie en de spanningen tussen de ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt in hun communicatie en samenwerking, wat heeft geleid tot een verbeterde situatie voor de kinderen. De ouders zijn in staat gebleken om samen afspraken te maken en de omgang tussen de vader en [minderjarige 1] is verbeterd. De kinderrechter concludeert dat de gronden voor ondertoezichtstelling niet meer aanwezig zijn en wijst het verzoek tot verlenging af. Dit betekent dat de ondertoezichtstelling van rechtswege eindigt op 6 april 2022. De kinderrechter benadrukt het belang van de positieve ontwikkeling van de ouders en de noodzaak om deze voort te zetten zonder de druk van een ondertoezichtstelling. De beslissing is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 30 maart 2022.