Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De vordering
€ 447.542,04en dat aan de veroordeelde de verplichting zal worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dat bedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
2.Het verloop van de procedure
3.Het standpunt van de officier van justitie
4.Het standpunt van de verdediging
5.Oordeel van de rechtbank
€ 408.300,69.
6.Vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel
7.Toepasselijke wettelijke bepaling
8.Beslissing
€ 408.300,69(zegge: vierhonderdachtduizend driehonderd euro en negenenzestig eurocent).
€ 408.300,69(zegge: vierhonderdachtduizend driehonderd euro en negenenzestig eurocent) ter ontneming van door hem wederrechtelijk verkregen voordeel.