Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 18 februari 2021;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 17 mei 2021;
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- primair € 181,50 subsidiair € 108,90 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 23 april 2019;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
ATM due to RESTRICTION AT DESTINATION AIRPORT”. De daardoor veroorzaakte vertraging bedroeg 28 minuten. De passagier betwist dat slotrestricties een buitengewone omstandigheid kunnen opleveren. Het intrekken van de oorspronkelijke slottijd en de toekenning van een latere slottijd is naar het oordeel van de kantonrechter aan te merken als een besluit van de luchtverkeersleiding gericht aan het toestel waarmee de vlucht is uitgevoerd. De vervoerder is verplicht een door de luchtverkeersleiding opgelegde gewijzigde CTOT (“
Calculated Take-Off Time”) op te volgen, hij kan daarop geen invloed uitoefenen. De reden waarom de luchtverkeersleiding een CTOT heeft opgelegd is dan ook niet relevant. Niet is gebleken dat de luchtverkeersleiding de CTOT heeft opgelegd door toedoen van de vervoerder. Het besluit van de luchtverkeersleiding tot het opleggen van een nieuwe CTOT moet worden gekwalificeerd als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Een CTOT is immers niet inherent aan de normale bedrijfsuitoefening en ligt buiten de macht van de vervoerder.