Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker 2]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eigenaar van een appartement en de Vereniging van Eigenaars (VvE) betreffende de toestemming voor het plaatsen van een airco-installatie. De verzoeker, die eigenaar is van een appartement in een flatgebouw, had op 13 april 2021 een verzoek ingediend bij de VvE om toestemming te geven voor het plaatsen van een airco-installatie op zijn balkons. Dit verzoek werd afgewezen tijdens de algemene ledenvergadering van de VvE op 14 juni 2021. De verzoeker stelde dat het besluit van de VvE in strijd was met de redelijkheid en billijkheid, omdat hij een groot belang had bij het plaatsen van de installatie vanwege de gezondheidssituatie van zijn partner, die ernstige longproblemen heeft.
De VvE voerde aan dat zij een zorgvuldige procedure had gevolgd en dat er voldoende alternatieven beschikbaar waren voor koeling zonder dat toestemming van de VvE nodig was. De kantonrechter oordeelde dat de VvE in redelijkheid had kunnen besluiten om geen toestemming te geven voor de installatie. De rechter benadrukte dat de toetsing marginaal is en dat het niet gaat om de vraag of een beter besluit mogelijk was, maar of de VvE in redelijkheid tot haar besluit kon komen. De kantonrechter wees het verzoek van de eigenaar af en stelde dat de proceskosten voor rekening van de verzoeker komen, omdat hij ongelijk kreeg in deze procedure.