Naar aanleiding van een voorval in de nacht van 3 op 4 november 2021, heeft op 4 november 2021 een gesprek plaatsgevonden tussen [werknemer] en de HR manager. Na afloop van dat gesprek is [werknemer] geschorst. Vervolgens is [werknemer] op 5 november 2021 op staande voet ontslagen. In de als productie 7 bij het verweerschrift overgelegde brief van Hoogesteger aan [werknemer] van 5 november 2021 staat:
‘(…) Op 4 november jl. hebben wij van uw manager [manager] te horen gekregen dat u in de nacht van 3 op 4 november jl. uw collega [collega 1] hebt opgewacht en ernstig hebt mishandeld waardoor hij ter observatie werd opgenomen in het ziekenhuis. [teamleider] , teamleider, en [manager] zijn op 4 november jl. op bezoek gegaan bij [collega 1] om hem te horen over dit zeer ernstige incident maar ook te vragen naar zijn gezondheid. [collega 1] heeft hoofdletsel en andere verwondingen opgelopen doordat u hem hebt geschopt en geslagen. Hij heeft verklaard niet te begrijpen waarom u hem hebt opgewacht en mishandeld.
Wij hebben u uitgenodigd op ons kantoor in Zwanenburg om u hierover te horen. Tijdens dit gesprek heeft u bevestigd dat u uw collega [collega 1] heeft mishandeld en heeft u aangeven dat dit ook uw intentie was toen u uw huis verliet. U heeft geen verklaring kunnen geven waarom nou juist deze collega slachtoffer van mishandeling is geworden.
U heeft aangegeven dat u de afgelopen drie jaren veel druk heeft ervaren van uw collega’s en uw teamleider. (…) U zou een paar keer aangegeven hebben last te hebben van uw knie en graag overgeplaatst wenst te worden naar een andere afdeling. Dat is nooit ingewilligd en hier bent u zeer teleurgesteld over. Ook heeft u aangegeven dat u uitgescholden wordt door uw naaste collega’s. De voornoemde druk en het feit dat u niet kan sporten hebben geleid tot depressieve gevoelens. Hiervan geeft u Hoogesteger , uw teamleider en uw collega’s de schuld. U gebruikt dagelijks softdrugs om rustiger te worden.
Tot slot heeft u tijdens ons gesprek aangegeven dat u [collega 1] weer gaat opzoeken en heeft u bedreigingen geuit jegens een andere collega, te weten [collega 2] .
Na afloop van ons gesprek hebben wij u geschorst, zodat wij ons konden beraden over de te nemen stappen. Ook hebben wij nader onderzoek verricht. Wij hebben het pestgedrag dat u heeft benoemd onderzocht, maar dit was geheel niet bekend bij uw collega’s en uw teamleider. Dit heeft u bovendien niet eerder gemeld binnen de organisatie. De dreigementen die u in voornoemd gesprek heeft geuit, hebben wij gemeld bij de politie.
Op basis van het voorgaande stelt Hoogesteger vast dat u zich ernstig heeft misdragen, hetgeen voor Hoogesteeger onacceptabel is. U heeft een collega (ernstig) mishandeld, waardoor hij in het ziekenhuis terecht is gekomen met verwondingen. Hiernaast heeft u dreigementen jegens deze collega en een andere collega geuit in ons gesprek van 4 november jl. Dit is in strijd met de bedrijfsrichtlijnen en is voor Hoogesteger onacceptabel. (…) Wij hebben u op 27 september jl. bovendien reeds een waarschuwing gegeven voor onder meer het bedreigen van een collega. (…)
(…) wij kunnen niet anders dan constateren dat u ons met uw opgesomde gedragingen, ieder voor zich en in onderlinge samenhang bezien, één (of meer) dringende reden(en) hebt gegeven voor de onmiddellijke beëindiging van uw dienstverband. Dit in aanmerking nemende gaat Hoogesteeger op 5 november 2021 dan ook over tot onmiddellijke beëindiging van uw arbeidsovereenkomst. (…)’