5.14.Gelet op de conclusie dat de partiële ontbinding niet kwalificeert als opzegging, kan het betoog van [gedaagde] dat partijen met elkaar moeten afrekenen aan de hand van besparingen op de volle aanneemsom (artikel 7:764 lid 2 BW), niet slagen. Partijen moeten afrekenen naar de daadwerkelijke stand van het werk. Het gaat daarbij om de vraag welk deel van de aanneemovereenkomst is uitgevoerd, niet of dit kwalitatief goed is. [eiser 1] heeft [gedaagde] immers niet in gebreke gesteld voor die gebreken. Niet is komen vast te staan dat [gedaagde] na 12 september 2020 nog werkzaamheden heeft laten uitvoeren. Het rapport van het op 17 september 2020 in opdracht van [eiser 1] verrichte onderzoek naar de stand van het werk zal dan ook als uitgangspunt worden genomen. Daarbij wordt rekening gehouden met het feit dat [gedaagde] niet is uitgenodigd om bij de inspectie op 17 september 2020 aanwezig te zijn en hij niet de mede-opdrachtgever van het rapport is. Niet bepalend acht de rechtbank echter dat [eiser 1] [gedaagde] niet vooraf heeft geïnformeerd dat en wanneer een derde het werk zou afmaken. [gedaagde] heeft immers de tijd gehad om de stand van het werk zelf vast te (laten) leggen als hij dat had gewenst, voordat hem op 1 oktober 2020 te verstaan werd gegeven dat hij geen toegang (meer) zou krijgen tot het pand om het werk af te maken. Naast het rapport geldt de offerte als uitgangspunt. De vraag of bepaalde posten, die anders zijn uitgevoerd dan in de offerte vermeld, voor vergoeding in aanmerking komen, wordt hierna onder ‘meerwerk’ beoordeeld.
Sloopwerk (post 1)
Gelet op het rapport is deze post uitgevoerd.
Vloer beton ciré gehele vloer (post 2)
Gelet op het rapport en het verweer van [gedaagde], staat vast dat partijen in onderling overleg hebben gekozen voor een andere uitvoering van deze post, namelijk het storten van een nieuwe cementdekvloer en afwerking met tegels. Deze post is dus voor € 2.175,00
nietuitgevoerd (in feite minderwerk). De alternatieve werkzaamheden die aan de vloer hebben plaatsgevonden worden hierna onder ‘meerwerk’ beoordeeld.
Plafond verlagen / wanden / stucwerk (post 3)
Winkel: [gedaagde] heeft niet betwist dat de rvs beplating niet is aangebracht in de winkel. Ook heeft hij niet betwist dat de koven in de hoeken en aftimmeringen in de winkel niet gereed zijn. De enkele stelling dat ‘voor het overige de wanden en plafonds gestuukt zijn’ is in elk geval onvoldoende.
Keuken: [gedaagde] erkent dat in de keuken geen verlaagd plafond is aangebracht. Voor zover [gedaagde] aanvoert dat daarvoor in de plaats wandbekleding is aangebracht, worden die alternatieve werkzaamheden hierna onder ‘meerwerk’ beoordeeld.
Bijkeuken/magazijn: [gedaagde] heeft voldoende gemotiveerd betwist dat ook andere wanden dan het kook- en wasgedeelte zouden worden bekleed. Dat was niet afgesproken, omdat - zo voert hij aan - dat daar al tegels op zaten. Gezien de betwisting door [gedaagde] en omdat dit niet duidelijk uit de foto’s bij het rapport kan worden afgeleid, is ook niet komen vast te staan dat het plafond slechts gedeeltelijk is gestuct. Daarnaast heeft [gedaagde] voldoende gemotiveerd betwist dat het rondom de afzuigunit in het plafond afgewerkt zou worden. Dit moest, aldus [gedaagde], onafgewerkt blijven zodat men te allen tijde bij de afzuigunit zou kunnen. [gedaagde] heeft niet betwist dat het zgn. ‘schrobputje’ niet is afgewerkt.
Toilet, hal, trappenhuis en verdieping: gezien de betwisting door [gedaagde] en omdat de offerte geen duidelijkheid geeft over wat is afgesproken over wanden die al betegeld waren, is niet vast komen te staan dat de al betegelde wanden ook gestuct moesten worden. Omdat in artikel 1 van de aanneemovereenkomst wordt gesproken van ‘Resultaat: compleet gerenoveerde pand / woning’, moet het ervoor worden gehouden dat dat ook werkzaamheden aan het plafond van het toilet en de plafonds en bestaande stucwanden van hal, trappenhuis en verdieping zijn overeengekomen.
Gezien het vorenstaande en omdat geen rekening wordt gehouden met de opmerkingen in het rapport over de ondeugdelijke uitvoering van het werk, wordt deze post geacht voor 50% (€ 1.055,00)
niette zijn uitgevoerd.
Elektra installatie / Gas installatie (post 4)
Aangezien in het rapport uitsluitend opmerkingen zijn opgenomen over de deugdelijkheid, wordt deze post geacht te zijn uitgevoerd.
Schakelmateriaal / installatie (post 5)
Gelet op het rapport en erkenning daarvan door [gedaagde], staat vast dat het schakelmateriaal niet is geïnstalleerd. Deze post is dus voor € 1.000,00
nietuitgevoerd.
Verlichting pand / led / spots (post 6)
Aangezien [gedaagde] dit niet, althans onvoldoende, heeft betwist, is vast komen te staan dat geen nieuwe verlichting is aangebracht, zodat deze post voor € 775,00
nietis uitgevoerd.
Schilderwerk pand beneden / bovenverdieping (post 7)
Uit het betoog van [gedaagde] volgt dat op 17 augustus 2020 het schilderwerk nog niet was uitgevoerd. Het standpunt van [gedaagde] dat eind augustus 2020 al het schilderwerk wél was uitgevoerd, acht de rechtbank niet geloofwaardig vanwege de tegenstrijdige verklaringen van [gedaagde]. Hij voert namelijk aan dat hij na 17 augustus 2020 het werk tijdelijk heeft opgeschort in afwachting van de betaling van de 3e termijn factuur en dat het werk na 26 augustus 2020 ‘even stil kwam te liggen’, terwijl hij op zitting heeft verklaard ‘continue aanwezig te zijn geweest’. Daarnaast heeft [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd betwist het betoog van [eiser 1] dat de werknemers die in de laatste week voor 26 augustus 2020 kwamen, niet hebben kunnen werken omdat zij geen materiaal van [gedaagde] hadden gekregen. Daarom is slechts vast komen te staan dat schilderwerk is uitgevoerd aan de buitendeur in de winkel, zodat deze post voor 95% (€ 1.045,00)
nietis uitgevoerd.
Trap bekleding vernieuwen (post 8)
Aangezien [gedaagde] dit niet, althans onvoldoende, heeft betwist, is vast komen te staan dat de trapbekleding niet is vernieuwd, zodat deze post voor € 1.500,00
nietis uitgevoerd.
Keuken verdieping / installatie (post 9)
[gedaagde] erkent dat de keuken niet is geïnstalleerd, zodat deze post voor € 3.950,00
nietis uitgevoerd.
Toilet renovatie 2x / hangtoilet / inbouw / tegelwerk / installatie / fontein 2x (post 10)
Aangezien [gedaagde] dit niet, althans onvoldoende, heeft betwist, is vast komen te staan dat deze post, met uitzondering van het plaatsen van een inbouwreservoir inclusief toiletpot en aanschaf van een fontein, niet is uitgevoerd. Gezien het vorenstaande en omdat geen rekening wordt gehouden met de opmerkingen in het rapport over de ondeugdelijke uitvoering van het werk, wordt deze post geacht voor 80% (€ 1.400,00)
niette zijn uitgevoerd.
Container (post 11)
Gelet op het rapport is deze post uitgevoerd.
Daikin Airco split unit met 5x wandunit / installatie (post 12)
Omdat in het rapport uitsluitend opmerkingen worden gemaakt over de deugdelijkheid, wordt deze post geacht te zijn uitgevoerd.
Apparatuur volgens opname na offerte (post 13)
Gelet op het rapport en de stellingen van partijen is deze apparatuur niet aangeschaft. Deze post is dus voor € 10.199,00
nietuitgevoerd.
Rvs achterwand (post 14)
[gedaagde] erkent dat de rvs platen niet zijn gemonteerd. Aangezien in het rapport bij de beoordeling van post 3 al is meegenomen dat de rvs beplating niet is aangebracht, kan de conclusie geen andere zijn dan dat het bij post (14) uitsluitend gaat om de aanschaf van de rvs platen voor de achterwand. Vast staat dat deze zijn geleverd, zodat deze post is uitgevoerd. Voor zover [gedaagde] aanvoert dat hij meer rvs heeft aangeschaft dan initieel was afgesproken, wordt dat hierna onder ‘meerwerk’ beoordeeld.
Rvs plinten (post 15)
[gedaagde] heeft niet betwist dat geen rvs plinten zijn geleverd of gemonteerd. Deze post is dus voor € 250,00
nietuitgevoerd.
Gasklep (post 16)
Omdat in het rapport alleen wordt opgemerkt dat niet bekend is of de gasklep correct is geplaatst, wordt deze post geacht te zijn uitgevoerd.
Installatie apparatuur (post 17)
Aangezien [gedaagde] dit niet inhoudelijk heeft betwist, is vast komen te staan dat de apparatuur niet is geïnstalleerd, zodat deze post voor € 2.100,00
nietis uitgevoerd.
Installatie leidingwerk / timmerwerk / raamwerk herstellen / radiatoren / deurslot nieuw / lichtbakken binnen / lichtbak buiten led / toonbank kassa / sushi bar / prullenbak wand horeca (post 18)
Vast staat dat installatie van het leidingwerk is uitgevoerd. Het timmerwerk is ook uitgevoerd. Gezien de betwisting door [gedaagde] is niet vast komen te staan dat het raamwerk niet is hersteld. Daarnaast staat vast dat radiatoren niet zijn geleverd en gemonteerd en dat geen lichtbakken zijn aangebracht, de toonbank niet is geleverd en gemonteerd evenals de sushibar en prullenbak. Dat partijen zijn overeengekomen dat [eiser 1] deze zelf zou aanschaffen, is voor de stand van het werk niet relevant (feitelijk minderwerk). Gezien het vorenstaande en omdat geen rekening wordt gehouden met de opmerkingen in het rapport over de ondeugdelijke uitvoering van het werk, wordt deze post geacht voor 50% (€ 2.272,50)
niette zijn uitgevoerd.
Opslag container (post 19)
Gelet op het rapport is deze post uitgevoerd.
Tussenconclusie (1) stand van het werk