ECLI:NL:RBNHO:2022:3346

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
9117197 \ CV FORM 21-2121
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek van passagier tegen luchtvaartmaatschappij wegens no-show

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en Ryanair DAC. De passagier, vertegenwoordigd door ClaimCompass Ltd., had een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Dublin op 23 januari 2020. Na de annulering van de vlucht verzocht de passagier om compensatie van € 250,00 op basis van Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder, Ryanair, betwistte de verschuldigdheid van deze compensatie en voerde aan dat de passagier als 'no show' was aangemerkt, omdat deze zich niet tijdig op de luchthaven had gemeld.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de argumenten van de vervoerder overwogen. De rechter concludeerde dat de passagier niet aan de voorwaarden van artikel 3 van de Verordening voldeed, omdat hij zich niet tijdig bij de incheckbalie had gemeld. Hierdoor was de Verordening niet van toepassing op het geschil. De kantonrechter wees het verzoek van de passagier af en veroordeelde deze tot betaling van de proceskosten aan de vervoerder.

De beslissing houdt in dat de passagier de proceskosten van € 37,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 18,50 aan nakosten moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en er staat geen hoger beroep open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9117197 \ CV FORM 21-2121
Uitspraakdatum: 6 april 2022
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier], wonende te [woonplaats] (Ierland)
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: ClaimCompass Ltd.
tegen
Ryanair DAC,
statutair gevestigd te Swords (Ierland)
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. G.C. Den Hertog

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 17 maart 2021;
  • het verzoek van het gerecht om het vorderingsformulier aan te vullen en/of te corrigeren (formulier B), ingekomen ter griffie op 17 juni 2021 en op 24 juni 2021;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 25 augustus 2021.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Dublin Airport (Ierland) op 23 januari 2020, hierna: de vlucht.
2.2.
ClaimCompass Ltd. heeft namens de passagier compensatie van de vervoerder verzocht.
2.3.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagier verzoekt de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 250,00;
- de proceskosten.
3.2.
De passagier baseert haar verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagier stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.
3.4.
De vervoerder betwist de verschuldigdheid en de hoogte van het verzochte. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder betwist dat de Verordening in onderhavig geval van toepassing is. Daartoe heeft de vervoerder allereerst aangevoerd dat de vlucht in kwestie niet is geannuleerd, zoals de passagier stelt, maar vertraagd is uitgevoerd. Verder heeft de vervoerder aangevoerd dat de passagier aangemerkt is als ‘no show’ (productie 1 bij het C-formulier). De passagier heeft zich dan ook niet tijdig op de luchthaven gemeld, zodat niet voldaan is aan artikel 3 van de Verordening. Om die reden dient de verzochte hoofdsom te worden afgewezen.
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Uit artikel 3 lid 2 van de Verordening volgt dat voor toepassing van de Verordening vereist is dat de passagier een bevestigde boeking voor de vlucht in kwestie heeft en zich - behalve in geval van annulering als bedoeld in artikel 5 - bij de incheckbalie meldt. De vlucht in kwestie is vertraagd uitgevoerd. De vervoerder heeft gemotiveerd betwist dat de passagier zich tijdig bij de incheckbalie heeft gemeld. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft de vervoerder een print-screen uit zijn systeem overgelegd, waaruit blijkt dat de passagier een ‘no show’ was. De verantwoordelijkheid om tijdig bij de gate te zijn ligt bij de passagier, hetgeen de passagier niet heeft gedaan. Aangezien de passagier daarmee niet aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Verordening heeft voldaan, is de Verordening niet van toepassing op het onderhavige geschil. Het verzochte zal daarom worden afgewezen.
4.4.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagier, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De verzochte rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 37,00 aan salaris gemachtigde en veroordeelt de passagier tot betaling van € 18,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening.
5.3.
verklaart deze beschikking, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open