Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 oktober 2017, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 108,90 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
ATFM due to ATC en-route demand/ capacity, standard demand/ capacity problems). Uiteindelijk is de vlucht met een vertrekvertraging van 36 minuten uitgevoerd. De bemanning moest gevolg geven aan de besluiten van de luchtverkeersleiding, aldus de vervoerder. Anders dan de passagier is de kantonrechter van oordeel dat de vervoerder voldoende heeft onderbouwd dat vlucht in kwestie onderworpen was aan restricties. De vertraging die is ontstaan door de opgelegde restricties kan naar het oordeel van de kantonrechter als een buitengewone omstandigheid worden aangemerkt. De vervoerder had immers niet de mogelijkheid om eerder te vertrekken doordat de luchtverkeersleiding een gewijzigde vertrektijd aan het toestel heeft toegekend. Een luchtvaartmaatschappij is altijd verplicht om een (nieuw) slot op te volgen en is niet inherent aan de normale uitoefening van de activiteit van de luchtvaartmaatschappij. Niet is gebleken dat de vervoerder zelf om een nieuw slot heeft verzocht. In het vluchtrapport wordt naast vertragingscode 81 vertragingscode 93 genoemd als gevolg waarvan de vlucht met een vertrekvertraging van vier minuten is uitgevoerd. De verlate aankomst van vier minuten van vlucht LH992 heeft geen enkele doorslaggevende betekenis, aldus de vervoerder. De vervoerder doet ten aanzien van vertragingscode 93 geen beroep op buitengewone omstandigheden, zodat dit ook geen buitengewone omstandigheid kan opleveren.
6.De beslissing
,